Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
PTO 4 week 24
BIENVENUE
Leg je boeken vast klaar!
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
BIENVENUE
Leg je boeken vast klaar!
Slide 1 - Tekstslide
PROGRAMME
Absentie
Phrases-cles
Herhalen: le passé composé
Opdracht
Vocabulaire A chapitre 5
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht
: sleep blauw naar rood.
C'est un nouveau sport.
Je suis resté une semaine.
Nous avons fait du ski.
C'est Rabat.
Qu'est-ce que vous avez fait?
Quelle est la capitale du Maroc?
Qu'est-ce que c'est?
Tu es resté longtemps?
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is de passe compose? Leg uit en/of benoem voorbeelden.
Slide 4 - Open vraag
Welke twee hulpwerkwoorden kun je gebruiken voor de passé composé?
Slide 5 - Open vraag
HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
LE PASSÉ COMPOSÉ
J'
ai
mangé
une pizza.
Tu
as fait
du foot hier?
Nous
avons été
au Maroc.
Le passé composé is een werkwoordstijd wat aangeeft dat iets
in het verleden is gebeurd.
Slide 6 - Tekstslide
Hulpwerkwoorden
In het Frans gebruik je in de meeste gevallen het hulpwerkwoord
avoir (hebben)
.
Ik
heb een appartement
gehuurd
= j'
ai loué
un appartement.
MAAR soms gebruik je het werkwoord
être (zijn)
.
Ik
ben gegaan
= je
suis allé
Slide 7 - Tekstslide
Als je in het Nederlands het hulpwerkwoord hebben gebruikt, doe je dat in het Nederlands ook.
Als je in het Nederlands het hulpwerkwoord
hebben
gebruikt, doe je dat in het Frans ook.
Als je in het Nederlands het hulpwerkwoord
zijn
gebruikt, doe je dat in het Frans ook.
Jij
hebt
gegeten
Tu
as
mangé
Jij
bent
gegaan
Tu
es
allé
Slide 8 - Tekstslide
UITZONDERING!
Het werkwoord être (zijn) is een uitzondering.
Als je
être
in de
passé composé
(v.v.t) wilt zetten, dan gebruik je het hulpwerkwoord
avoir
.
Ik ben in Marokko = Je suis au Maroc.
Ik
ben
in Marokko
geweest
= j'
ai été
au Maroc.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe maak je een voltooid deelwoord?
regarder = kijken
1) Je haalt 'er' weg van het hele werkwoord =
regard
2) je plakt 'é' achter de stam =
regardé
manger =
mangé
aller =
allé
marcher =
marché
Slide 10 - Tekstslide
Avoir
Être
parler
arriver
téléphoner
louer
manger
aller
être
partir
avoir
rester
Slide 11 - Sleepvraag
Je regarde un beau film.
Slide 12 - Open vraag
Tu es en vacances?
Slide 13 - Open vraag
Nous marchons à l'école.
Slide 14 - Open vraag
Elle trouve son sac.
Slide 15 - Open vraag
Ma mère achète un jean pour moi.
Slide 16 - Open vraag
Tu parles beaucoup!
Slide 17 - Open vraag
Geef een zin in de passé composé
Slide 18 - Woordweb
VOCA A - Opdracht : sleept blauw naar rood.
partir
tomber
le plâtre
venir
la cour
l'avion
louer
vallen
vertrekken
huren
het schoolplein
komen
het gips
het vliegtuig
Slide 19 - Sleepvraag
HUISWERK
Online op Grandes Lignes
Overhoren: vocabulaire A
Overhoren: grammaire C
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2M Chapitre 5 Passé Composé en Voorzetsels landennamen
Juni 2020
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Chapitre 5 Passé Composé en Voorzetsels bij landen en plaatsen/ mavo2
April 2021
- Les met
40 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
TV2H: Herhaling Passé Composé en Voorzetsels landennamen
Oktober 2021
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
alles unité 1
September 2022
- Les met
50 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Passé composé met avoir of être
Mei 2022
- Les met
34 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Workshop passé composé
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Chapitre 5 werkwoorden op -er en voorzetsels
April 2021
- Les met
33 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Workshop passé composé
Oktober 2024
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2