les 4.7 Formuleren §1.2 en §1.3

Nederlands
Formuleren hfdst. 1, §1.2 en §1.3
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Formuleren hfdst. 1, §1.2 en §1.3

Slide 1 - Tekstslide

planning laatste lesweken
  • NuNederlands: Formuleren §1.2 en §1.3

  • maken / verbeteren opgaven van Formuleren §1.3, §1.1 en §1.2
  • Maken oefentoets / leren voor de toets 
  • afronden ontwikkeldossier periode 4 (Grammatica hfdst.5 + Formuleren hfdst. 1 + Beter Spellen*)

  • Toets Formuleren hfdst.1: dinsdag 22 juni op school: laptop mee!

Slide 2 - Tekstslide

deel 1: Formuleren hfdst. 1,
 
§1.2 Signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Signaalwoorden
Signaalwoorden gebruik je vaak al goed, maar je bent er (nog) niet zo bewust van.

  1. Door signaalwoorden snel te herkennen kun je sneller en duidelijker informatie verwerken (tekststructuur).
  2. Door signaalwoorden te gebruiken breng je logica in jouw tekst of presentatie aan.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Formuleren hfdst. 1, §1.2 
Aandachtspunten (opdracht 3: zinnen combineren)

Slide 7 - Tekstslide

Max wil graag naar school. Hij wil zijn diploma halen.

Met welk signaalwoord kun je deze zinnen verbinden tot een logische zin?
A
tenzij
B
ook
C
maar
D
want

Slide 8 - Quizvraag

Bert Kassie werkt in principe alleen. Hij krijgt nog veel hulp van zijn vader.

Met welk signaalwoord kun je deze zinnen verbinden tot een logische zin?
A
bovendien
B
dus
C
maar
D
daarom

Slide 9 - Quizvraag

Welk signaalwoord moet op de puntjes?

De heer Kassie had de omvang van deze werkruimte wat misrekend, [......] hij ruimte tekortkwam en op zoek moest naar nog een werkplaats.
A
zoals
B
waardoor
C
waarvoor
D
en

Slide 10 - Quizvraag

De studente had veel zin om haar eerste groepsles in de sportschool te kunnen geven. [......] had zij zich goed voorbereid en haar lesplan nauwkeurig uitgewerkt.
A
bovendien
B
dus
C
maar
D
daarom

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'waardoor' aan?

De heer Kassie had de omvang van deze werkruimte wat misrekend, waardoor hij ruimte tekortkwam.
A
doel - middel
B
oorzaak - gevolg
C
argument

Slide 12 - Quizvraag

lesboek A: blz. 208 / lesboek B blz. 266

Tip 1: 
pak dit erbij als je je oefeningen maakt!

Tip 2:
oefen actief tijdens eigen schrijven

Slide 13 - Tekstslide

Oefenopgaven

Slide 14 - Tekstslide

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 15 - Sleepvraag

Welke signaalwoord hoort in welke zin? 
Sleep de signaalwoorden naar de goede plaats.
 ________  zij op tijd vertrokken, kwamen zij toch te laat.

 ________ hun oom lukte het niet om op tijd te komen.

 ________ zij eerder waren geweest, was er nog taart.    

Hoewel
Ook
Doordat
Bovendien
Indien

Slide 16 - Sleepvraag

Koppel de signaalwoorden aan het goede tekstverband.
Voorbeeld
Opsomming
Oorzaak-gevolg
Tegenstelling
toch
bijvoorbeeld
en
doordat
verder
maar
zoals
dus

Slide 17 - Sleepvraag

Wat ga je doen?
Maak de 5 opgaven + 2 extra opdrachten van Formuleren §1.2


timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

§1.3 Formuleren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Oefenopgaven

Slide 24 - Tekstslide

'De ondernemers moeten dus steun krijgen van de overheid.'
Deze zin past het beste in...
A
de inleiding
B
het middenstuk
C
het slot

Slide 25 - Quizvraag

'Toch kunnen nog niet alle evenementen doorgaan. Er zijn nog steeds beperkingen, zoals bij sportclubs.'

Deze zinnen passen het beste in...
A
de inleiding
B
het middenstuk
C
het slot

Slide 26 - Quizvraag

'Nederland gaat langzaam van het slot. Dat is fijn, maar ook onwennig. Wat mogen we wel en wat mogen we (nog) niet?'

Deze zinnen passen het beste in...
A
de inleiding
B
het middenstuk
C
het slot

Slide 27 - Quizvraag

Zelfstudie: aan de rechterkant van ieder hoofdstuk kun je een screencast (= ingesproken video bij de PowerPoint) terugvinden

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Maak de 4 opgaven + 2 extra opdrachten van Formuleren §1.3


timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

NU Nederlands digitaal:
Ontwikkeldossier:
  • weekopgaven Nu Nederlands: Grammatica hoofdstuk 5 + oefentoets
  • weekopgaven Nu Nederlands: Formuleren hoofdstuk 1 + oefentoets
  • dagopgaven 6 weken Beter Spellen
Cijferopbouw:
  • groepsopdracht filmpje gesprek "Ondergedoken als Anne Frank" (30%)
  • toets Grammatica hfdst.5 (30%)
  • dinsdag 22 juni, 9.00 uur: toets Formuleren hfdst. 1 (30%)

Slide 31 - Tekstslide

Vragen?
Ter herinnering: vanmiddag 14 - 15 uur BZW*

Slide 32 - Tekstslide