paragraaf 3.2 het periodiek systeem deel 2

Paragraaf 3.2 Het periodieksysteem
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.2 Het periodieksysteem

Slide 1 - Tekstslide

Starter for "Ten"

Pak je schrift en een pen. Maak de opdrachten zelfstandig en in rust.

Je mag alles nazoeken in je schrift, of je boek.

  1. Noem 5 metalen
  2. wat zijn de edelgassen
  3. wat is het verschil tussen een molecuul en een atoom

Slide 2 - Tekstslide

Kennenlijst
  • Wat is een zout of een ionaire stof?
  • Wat is het verschil tussen een ionaire stof en een moleculaire stof?
  • Wat zijn legeringen?

Slide 3 - Tekstslide

Kunnenlijst

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de metaal-atomen en de nietmetaal-atomen?

De atoomsoorten die elektronen weg doen staan aan de linkerkant van het periodieksysteem, dit noemen we de metalen.


De atoomsoorten die elektronen opnemen, of niet reageren, staan aan de rechterkant van het periodieksysteem, dit noemen we de nietmetalen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een zout of een ionaire stof?

Metalen kunnen makkelijk reageren met nietmetalen.

Bij de reactie tussen het metaalatoom en het nietmetaalatoom worden er elektronen overgedragen.

Het metaalatoom geeft een elektron (of meer elektronen) af aan het nietmetaalatoom.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een zout of een ionaire stof?

Een atoom die elektronen afstaat of opneemt noem je geen atoom meer maar dat noemen we een ion.

Er ontstaat dus een ion met te veel elektronen (dit noemen we een negatief ion) en een ion met te weinig elektronen (dit noemen we een positief ion).


Definitie:

Een ion is een geladen deeltje.


Slide 7 - Tekstslide

Wat is een zout of een ionaire stof?

Positieve en negatieve ionen kunnen elkaar aantrekken (net als bij een magneet). Dit levert een sterke binding op.

Deze binding noemen we een ionbinding.


Dus bij de reactie tussen een metaal en een nietmetaal ontstaat er een stof met een ionbinding (een ionaire stof).

Een ander woord voor ionaire stof is zout.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een ionaire stof en een moleculaire stof?

Als twee nietmetalen met elkaar reageren kunnen ze geen elektronen afstaan. Er kunnen dus geen ionen ontstaan.


De niet metalen die met elkaar reageren gaan elektronen "delen".

Omdat de gedeelde elektronen van beide atomen zijn blijven deze atomen ook bij elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een ionaire stof en een moleculaire stof?

De atomen kunnen geen ionen vormen maar wel moleculen.


Als twee (of meer) nietmetalen met elkaar reageren ontstaat een verbinding die we een molecuulbinding noemen, de stof is dus een moleculaire stof

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een ionaire stof en een moleculaire stof?

Samengevat:

Verbinding tussen een metaal en een nietmetaal = ionbinding dus een ionaire stof. De stof bestaat uit positieve en negatieve ionen.


Verbinding tussen een nietmetaal en een nietmetaal = molecuulbinding dus een moleculaire stof. De stof bestaat niet uit ionen.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn legeringen?

Metalen kunnen niet met elkaar reageren.

Wel kunnen metalen met elkaar mengen. Dan worden de metalen eerst gesmolten en de vloeibare metalen worden gemengd.


Hierdoor worden de goede eigenschappen van beide metalen gebruikt in het mengsel.


Een mengsel van metalen wordt een legering (of alliage) genoemd.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn legeringen?

Van de metalen moet je nog een paar dingen weten:

Kenmerken:

  • glimmend oppervlakte (in zuivere toestand)
  • geleiden van warmte en elektrische stroom
  • makkelijk te vervormen (zeker als ze warm zijn)
  • ze kunnen reageren met zuurstof (roesten of corroderen)


Edelmetalen reageren niet (moeilijk) met zuurstof en onedele metalen reageren juist makkelijk.

Slide 13 - Tekstslide

Quizvragen

Neem je telefoon (of je laptop) er bij.

Ga naar lesson-up (leerling) en type de code in.

gebruik je eigen naam.


Let op per vraag heb je 10 seconde de tijd dus moet je snel reageren.

Slide 14 - Tekstslide

Waar staan de metalen in het periodiek systeem
A
links
B
rechts

Slide 15 - Quizvraag

Waar staan de edelgassen in het periodieksysteem
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 17
D
groep 18

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heten de stoffen in groep 17 van het periodieksysteem
A
edelgassen
B
metalen
C
halogenen
D
nietmetalen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet een verbinding tussen een metaal en een nietmetaal
A
moleculaire stof
B
ionaire stof
C
atomaire stof
D
legering

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet een mengsel tussen twee metalen
A
moleculaire stof
B
ionaire stof
C
atomaire stof
D
legering

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet een deeltje die elektronen heeft afgestaan of opgenomen
A
molecuul
B
atoom
C
ion

Slide 20 - Quizvraag

Laatste vraag:
welk metaal kan het makkelijkste met zuurstof reageren?
A
edel metaal
B
half edel metaal
C
onedel metaal
D
zeer onedel metaal

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk

Maken van de vragen van paragraaf 3.2

Invullen van de kennenlijst deel 2 tijdens de uitleg


Leren paragraaf 3.1 en 3.2

Doornemen kunnenlijst deel 1 en deel 2

Maken samenvatting of mindmap paragraaf 3.2

Verzinnen van vragen voor de docent


Slide 22 - Tekstslide

Starter for "Ten"

-1-Noem 5 metalen

  • IJzer, goud, aluminium, uraan, zink, koper, ...

-2-wat zijn de edelgassen

  • De stoffen die in groep 18 van het periodieksysteem staan
  • stoffen die zeer moeilijk (of niet) reageren
  • Helium, Neon, argon, krypton, xenon, radon

-3-wat is het verschil tussen een molecuul en een atoom

  • Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof die nog alle eigenschappen van die stof heeft
  • een atoom is de bouwsteen van een molecuul

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video