Kijken en luisteren: kijk- en luisterdoelen

Kijken en luisteren
Kijk- en luisterdoelen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Kijken en luisteren
Kijk- en luisterdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1)    Luisteren naar de uitleg.
2)    Oefeningen maken
3)    Terugkijken naar de doelen.

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Je kunt vertellen welk kijk- en luisterdoel het programma heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg kijk- en luisterdoelen
.
Kijk- en luisterdoel
Uitleg
Voorbeeld
Informeren
De spreker geeft informatie aan de kijker.
Jeugd-journaal
Overhalen
De spreker wil dat de kijker iets gaat doen of niet gaat doen.
Reclame
Amuseren
(vermaken)
De spreker wil dat de kijker zich amuseert, bijvoorbeeld moet lachen.
Film

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Wat is het kijk- en luisterdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Wat is het kijk- en luisterdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat is het kijk- en luisterdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Wat is het kijk- en luisterdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Wat is het kijk- en luisterdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 14 - Quizvraag

Vragen?
Heb je nog vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
1) Noem drie kijk- en luisterdoelen.
2) Noem bij elk kijk- en luisterdoel een voorbeeld.

Denk hier een halve minuut in stilte over na.
Bespreek de antwoorden met de leerling naast je.
De ene leerling noemt de kijk- en luisterdoelen.
De andere leerling noemt de voorbeelden.

Slide 16 - Tekstslide

Ik kan kijk- en luisterdoelen noemen.
A
Ik kan er één noemen.
B
Ik kan er twee noemen.
C
Ik kan er drie noemen.

Slide 17 - Quizvraag

Ik kan bij een kijk- en luisterdoel een voorbeeld noemen.
A
Ik kan bij één doel een voorbeeld noemen.
B
Ik kan bij twee doelen een voorbeeld noemen.
C
Ik kan bij drie doelen een voorbeeld noemen.

Slide 18 - Quizvraag