M4 examentraining tekst 2 Dag Dialect examen 2022 tijdvak 3

Werkwijze: 
Je leest zelfstandig de tekst.
Kleur belangrijke zinnen.
Maak in tweetallen de vragen. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werkwijze: 
Je leest zelfstandig de tekst.
Kleur belangrijke zinnen.
Maak in tweetallen de vragen. 

Slide 1 - Tekstslide

Werkwijze: 
- Overleg in groepjes.
- Leg duidelijk uit waarom je voor een antwoord hebt gekozen. 
- Kies samen de beste antwoorden. 

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 11.
Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
Het onderzoek naar dorpsdialecten.
B
Het ontstaan van nieuwe woorden.
C
Het verdwijnen van streektalen.
D
Het vormen van een eenheidstaal.

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 12.
Op welke drie andere manieren wordt deze tekst ingeleid in de alinea's 1 en 2?

Slide 4 - Open vraag

Vraag 13.
Citeer de zin uit alinea 2 of alinea 3 waarin ongeveer hetzelfde staat.

Slide 5 - Open vraag

Vraag 14.

Wat is wel nieuw bij het naar elkaar toegroeien van Nederlandse dialecten?
A
De standaardtaal wordt een mengelmoes.
B
De taalverandringen gaan sneller.
C
Het Nederlands wordt door het Hollands beinvloed.
D
In Vlaanderen wordt geen Gooise 'r' gebruikt.

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 15.

Wat maakt Hinkens in alinea 5 duidelijk met het voorbeeld van zijn grootvaders?
A
Dat mensen vroeger vaker dialect spraken, omdat zij inde eigen omgeving bleven.
B
Dat mensen vroeger vaker thuis bleven en daarom een dorpsdialect spraken.
C
Dat mijnwerkers vroeger een eigen taal hadden die zij alleen onderling gebruikten.
D
Dat mijnwerkers vroeger niet zo ver reisden, omdat zij alleen dialect spraken.

Slide 7 - Quizvraag

Vraag 16.

Welke twee manieren om taalverandering te onderzoeken beschrijft Hinskens in alinea 6? Maximaal 35 woorden.

Slide 8 - Open vraag

Vraag 17.

Waarom is juist het taalgebruik van jonge vrouwen interessant voor taalonderzoekers?
A
Omdat de uitspraak van jonge vrouwen vaak correct en duidelijk is.
B
Omdat jonge vrouwen invloed hebben op het taalgebruik van hun kinderen.
C
Omdat jonge vrouwen meestal een algemene taal spreken.
D
Omdat jonge vrouwen thuis in dialect spreken met hun kinderen.

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 18.

Citeer de zin die de kern van alinea 8 weergeeft.

Slide 10 - Open vraag

Vraag 19.

Welk verband is er tussen deze zin en het vervolg in alinea 9. Het vervolg
A
Bevat een opsomming bij deze zin.
B
Geeft een tegenstelling bij deze zin.
C
Noemt een voorwaarden voor deze zin.
D
Vormt een toelichting op deze zin.

Slide 11 - Quizvraag

Vraag 20.

Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?

De lezer informeren over...
A
conclusies uit Nederlands dialectenonderzoek.
B
de belangrijke rol van Hollandse dialecten.
C
het tijdloze van taalvernieuwing in Nederland.
D
veranderingen in Nederlands dorps- en streektalen.

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 21.
Wat is de conclusie van deze tekst?

Streektalen verdwijnen doordat er steeds meer Standaardnederlands gesproken wordt,
A
maar de ontwikkeling gaat de komende jaren minder snel.
B
maar er zullen waarschijnlijk nieuwe dialecten ontstaan.
C
maar regionale verschillen blijven voorlopig bestaan.
D
maar sociale klassen zorgen ook weer voor taalvernieuwing.

Slide 13 - Quizvraag