§2.3 De centrale bank

1 / 20
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Vraag
  • Is hier sprake van nivellering of van denivellering en waarom?
  • Waarom stijgen prijzen nog meer, behalve dan door boetes?


Slide 2 - Tekstslide

Wat doet een centrale bank?
  • Banken lenen geld hier
  • Banken hebben een rekening hier

  • Zorgen voor prijsstabiliteit door monetair beleid
  • Doel = inflatie +- op 2% per jaar houden

  • Monetair beleid = geldhoeveelheid & hoogte van rentestand bepalen

  • Geen duaal mandaat => alleen prijsstabiliteit reguleren
  • Als een centrale bank ook de economie stimuleert dan wel duaal mandaat

Slide 3 - Tekstslide

Geldhoeveelheid (als monetair beleid)
Geldhoeveelheid = Contant geld bij het publiek en spaargelden op rekeningen 
= M(1)

M neemt toe als er geld van de geldscheppende instellingen naar het publiek gaat (geldschepping)

Geldscheppende instellingen:
  • De Nederlandse bank (munten)
  • Centrale bank (bankbiljetten)
  • Banken zoals ABN en ING (Giraal geld)

Geldschepping door:
  • Kredietverlening
  • Transformatie (van bezittingen naar geld)

Slide 4 - Tekstslide

vraag
De meeste mensen willen wel een eigen woning kopen. Waarom leent de bank niet aan alle mensen die werken gewoon geld voor het kopen van een woning?

  • Nier iedereen kan de lening terugbetalen
  • De bank moet genoeg geld in kas hebben om geld uit te lenen
  • (voorraad contant geld en saldo bij de centrale bank)


Slide 5 - Tekstslide

Rente (monetair beleid)
Hoeveel mensen/bedrijven lenen hangt ook af van de rentestand 

  • Rente ECB omhoog => rente banken omhoog => geld lenen is dan duurder => wordt minder geleend (kan minder geleend worden)
  • Er zal minder besteedt worden => inflatie wordt zal dan dalen

  • Renteverhoging werkt niet als banken veel geld in kas hebben
  • Centrale bank kan dan verplichte kasreserve of liquiditeitspercentage verhogen

Refirente bepaalt de rente van banken

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Opdracht 28, 29, 31, 32  blz 76
Hoe: Voor jezelf. In je schrift
Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: Kijk je eigen werk na 
Begin alvast aan het huiswerk

timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De €
Voordelen van één gemeenschappelijke muntsoort (valuta):
  • Geen transactiekosten meer voor het inwisselen van geld bij handel en consumptie onderling
  • Geen prijsschommelingen meer bij handel (prijsrisico)
  • De gezamenlijke export naar buiten de EU zorgt voor veel meer vraag van de munt. Hierdoor wordt de munt meer waard ten opzichte van vreemde valuta. 

Slide 9 - Tekstslide

De €
Nadelen van één gemeenschappelijke muntsoort (valuta):
  • Landen die een zwakke begroting hebben, maken schulden. Geldhoeveelheid neemt toe en daalt de waarde van de Euro
  • Sterke landen moeten altijd helpen. Kosten ook honderden miljarden.

Slide 10 - Tekstslide

Wat hebben we hierover afgesproken?
  • Europese Monetaire Unie (EMU) => Eurolanden
  • 20 EU-landen wel, 7 niet
  • Stabiliteits- en Groeipact:
  1. inflatie niet hoger dan 1,5% van drie laagste landen
  2. rente niet hoger dan 2% laagste landen
  3. rijksbegroting niet groter dan 3% van BBP
  4. Staatsschuld niet groter dan 60% van BBP
  5. Wisselkoersontwikkeling moet gelijk worden aan wisselkoers van de euro

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Opdracht 34, 35, 37, 38  blz 80
Hoe: Voor jezelf. In je schrift
Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: Kijk je eigen werk na 
Begin alvast aan het huiswerk

timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

MONETAIR BELEID.

Welke twee middelen heeft de ECB om inflatie te beteugelen?

Slide 14 - Open vraag

Hoe verandert rente? (1)
Open markt transacties
  • CB verkoopt waardepapieren zoals leningen of obligaties aan banken
  • Geldhoeveelheid wordt minder
  • Gevolg: geld lenen wordt duurder = rente stijgt

  • CB koopt waardepapieren (kwantitatieve verruiming) Geldhoeveelheid groeit

Slide 15 - Tekstslide

Hoe verandert rente? (2)
  • Reserveverplichting
  • De ECB bepaalt voor banken hoe hoog de reserves moeten zijn op de rekening bij de ECB.

  • De bank kan dit geld niet gebruiken=> Wat doet dit met de geldhoeveelheid?
  • Wordt kleiner => rente gaat omhoog



Slide 16 - Tekstslide

Hoe verandert rente? (3)
Permanente faciliteiten
  • De ECB leent voor zeer korte termijn geld aan de bank en rekent daarvoor een bepaalde rente

  • De banken kunnen aan die korte rente aflezen of de ECB wilt verruimen of verkappen

Slide 17 - Tekstslide

ECB als toezichthouder
Andere taken van de ECB:
  1. Betalingsverkeer op orde houden (bankbiljetten en betaalverkeer)
  2. Toezicht op financiële instellingen (verzekeraars, pensioenfondsen, grotere banken moeten genoeg buffers hebben)


  • De Nederlandse Bank Beheert externe reserves (goud, dollars, andere valuta of bezittingen)


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Opdracht 34, 35 en 37 blz. 38
Hoe: Voor jezelf. In je schrift
Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Zelf nakijken/samen bespreken
Klaar: Kijk je eigen werk na &
Ga daarna aan de slag met het huiswerk: 
Verrijkingsopdracht 1 blz. 44


timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Start coronapandemie: maart 2020
Stijging inflatie naar 10%: januari 2021
Stijging gasprijzen: januari 2021

Oorlog Oekraïne: februari 2022

Slide 20 - Tekstslide