In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Schrijven en formuleren
Slide 1 - Tekstslide
LEERDOELEN
• hoe je een zakelijke e-mail schrijft;
• hoe je formeel en informeel schrijft.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe vaak stuur jij een e-mail aan mensen die jij niet kent?
A
vaak
B
soms
C
nooit
Slide 3 - Quizvraag
Gebruik je in zo'n e-mail andere taal dan in een e-mail aan je vrienden? Leg je antwoord uit!
Slide 4 - Open vraag
ZAKELIJKE E-MAIL
- Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand die je niet goed kent, bijvoorbeeld de afdelingsleider van school.
Ook aan bedrijven en instellingen schrijf je een zakelijke e-mail.
- In zakelijke e-mails gebruik je beleefde taal.
Slide 5 - Tekstslide
Regels voor het schrijven van een zakelijke e-mail:
- Vul bij Aan…het emailadres in.
- Noteer bij Onderwerp: kort waar de mail over gaat.
- Begin met een zakelijke aanhef.
- Zeg kort en duidelijk wat je wilt bereiken.
- Zorg dat je taalgebruik zakelijk en beleefd is.
- Gebruik een zakelijke afsluiting.
Slide 6 - Tekstslide
BELANGRIJK
zakelijke e-mail
Een e-mail die je stuurt aan iemand die je niet persoonlijk kent of aan iemand aan wie je iets zakelijks wilt melden.
aanhef
groet aan het begin van een zakelijke e-mail
afsluiting
einde van een zakelijke e-mail
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Informeel taalgebruik
- Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.
Slide 9 - Tekstslide
Formeel taalgebruik
In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten: