6vwo H5.1 Herhaling aarde: circulatiesystemen

6 vwo Herhaling Aarde
H5.1 Circulatiesystemen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6 vwo Herhaling Aarde
H5.1 Circulatiesystemen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke circulatiesystemen zijn er?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten circulatiesystemen
  • Stralingsbalans 
  • Atmosferische circulatie
  • Oceanische circulatie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De stralingsbalans
  • Inkomende straling: Kortgolvig
  •  Uitgaande straling: Langgolvig
Broeikas effect:
  • Zonder het broeikas effect te koud op aarde
  • Versterkt broeikaseffect slecht doordat de warmte gevangen wordt

Slide 5 - Tekstslide

tekening
De stralingsbalans
Betekenis: de stralingsbalans is het dynamisch evenwicht tussen de in- en uitstraling. 
De hoeveelheid straling die het aardoppervlak bereikt hangt af van 3 factoren:
  • de breedteligging op aarde
  • de lengte van de dag en de zonnestand gedurende de dag
  • de dichtheid van het wolkendek
Algemene regel: Hoe witter het oppervlak van de aarde hoe meer straling terugkaatst

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buys Ballot: Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corioliseffect
Door de draaiing van de aarde ontstaat er een afwijking in de luchtstromen.
  • Op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts
  • Op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links

Slide 10 - Tekstslide

tekenen Buys Ballot met corioliseffect
Opgave 1
Opgave 3 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passaten en Moessons
  • Een passaat is een wind die vanuit een                                                       subtropisch hogedrukgebied naar de evenaar                                                     waait.
  • ITCZ is het lagedrukgebied rondom de evenaar.                                                     Deze verschuift omdat de zon niet altijd recht                                                             boven de evenaar staat
  • Een moesson is een wind die halfjaarlijks van                                                   richting veranderd

Slide 12 - Tekstslide

tekening itcz en verandering van windrichting over de evenaar

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oceanische circulatie
  1. Koude en warme zeestromen
  2. Thermohaliene circulatie 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koude en warme zeestromen
Zeestromen worden veroorzaakt door de wind en vinden plaats aan de oppervlakte van het water
  • warme zeestromen komen van lage breedte
  • koude zeestromen komen van hoge breedte
Algemene regel: hoe kouder de zeestroom, hoe hoger het drukgebied EN des te minder vocht de lucht bevat
(en andersom)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thermohaliene circulatie
Zeestromen op de zeebodem veroorzaakte door:
  • Temperatuur (Thermo)
  • zout gehalte (haliene) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diepwaterpomp
Systeem thermohaliene circulatie
  1. Warm water verdampt en stroomt naar een koud gebied
  2. Het water koelt af, en wordt zouter
  3. Het water wordt zwaar, zakt naar de bodem van de oceaan en stroomt langzaam weg
  4. Het water warmt weer op en het proces herhaald zich

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oceanische circulatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenopgave
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

maken en bespreken
De stralingsbalans hangt niet af van?
A
dichtheid wolken
B
land-zee verdeling
C
breedteligging
D
daglengte

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort straling straalt de zon uit?
A
Kortgolvig
B
Langgolvig

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de wet van Buys Ballot?
A
Wind waait van een lagedrukgebied naar een hogedrukgebied
B
Wind waait van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt het corioliseffect veroorzaakt?
A
Door het botsen van luchtstromen
B
Door het verplaatsen van lage drukgebieden
C
Door het draaien van de aarde om zijn as
D
De ITCZ

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een moesson is een wind...
A
die naar een hoge druk gebied waait
B
die elk half jaar van richting verandert (rond de evenaar)
C
die helemaal rond de aarde waait
D
die elk jaar van richting verandert (rond de evenaar)

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De thermohaliene circulatie en de zeestromen vormen samen de oceanische circulatie
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De thermohaliene circulatie en diepwaterpomp worden aangedreven door de wind
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor wordt de thermohaliene circulatie aangedreven?
A
convectiestromen
B
de wind
C
verschillen in zoutgehalte en temperatuur van het zeewater
D
verschillen in zoutgehalte van het zeewater

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de zomer komt er vanuit Groenland een... langs Noord-Amerika
A
warme zeestroom
B
koude zeestroom

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 5,1 Circulatiesystemen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies