Week 3 - Lijdend voorwerp

Zinsdelen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Strafwerk
Iris
Giel
Vicky
Jordi
Maud
Lisanne
Wessel
Lars
Shavienna




Slide 2 - Tekstslide

Vorige weken
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Zinsdelen maken

Pietje heeft voor zijn moeder een boek gekocht.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige weken
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Zinsdelen maken

Pietje | heeft | voor zijn moeder | een boek | gekocht.

Slide 4 - Tekstslide

Vorige week
Persoonsvorm
Onderwerp

Pietje loopt met z'n moeder naar de winkel.
Pietje = onderwerp
Loopt = persoonsvorm

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
ALLE werkwoorden in de zin (dus ook de persoonsvorm!)

Oók splitsbare (die kun je uit elkaar halen) werkwoorden:
afstuderen, inleveren, opbellen, uitprinten 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
  1. De bruid en bruidegom hebben elkaar het jawoord gegeven.
  2. Niels schept altijd teveel eten op.
  3. Jelke moest hard lachen om het gekke gezicht van Joris.
  4. M2B heeft zich vergist in het uur dat zou uitvallen.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
  1. De bruid en bruidegom hebben elkaar het jawoord gegeven.
  2. Niels schept altijd teveel eten op.
  3. Jelke moest hard lachen om het gekke gezicht van Joris.
  4. M2B heeft zich vergist in het uur dat zou uitvallen.

Slide 8 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
"Iets wat er niks aan kan doen dat het meedoet."

Klinkt moeilijk, maar:
"Ole koopt een boek."
"Meneer van Sleeuwen geeft huiswerk aan M2C."

Slide 9 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
"Iets wat er niks aan kan doen dat het meedoet."

Klinkt moeilijk, maar:
"Ole koopt een boek."
"Meneer van Sleeuwen geeft huiswerk aan M2C."

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Waar? NUMO --> Taken 
Wat? Zinsdelen lijdend voorwerp maken
Tijd? Einde van de les, anders huiswerk
Vragen? Lees eerst zelf de vraag nog eens door, vraag het dan op fluisterniveau aan je buurmens, steek daarna je vinger op.

Slide 11 - Tekstslide