Spelling, blok 2 les 4

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
- Je weet aan het eind van de les wat een bijvoeglijk naamwoord is.
- Je weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.

Slide 2 - Tekstslide

Noem voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden:
het ... huisje
de ... auto

Slide 3 - Woordweb

Bijvoeglijke naamwoorden
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Korte en een lange vorm op -e
een scherp mes - de scherpe naald
een spannend boek - spannende dagen
een mooi boek - het mooie meisje

Slide 4 - Tekstslide

Uitzonderingen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden eindigen op -en:
het open raam
zijn eigen huis
een bescheiden mens
de oneven getallen
verlegen kinderen

Slide 5 - Tekstslide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

Als iets van een materiaal gemaakt is
Ze eindigen meestal op de klank /u/ of /un/, maar je schijft -en:
een gouden ring
een koperen bel
stenen beelden

Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen
Sommige stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen NIET op -en:
een plastic kleed
een nylon koord

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden gemaakt van voltooide deelwoorden

1. Eerst kijk je wat het voltooid deelwoord van een werkwoord is:
gemeld, verbrand, verbreed
2. Dan plak je er een -e aan en schrijf je het zo kort mogelijk
gemelde, verbrande, verbrede

Slide 8 - Tekstslide

Uitzonderingen
3. Bij de voltooide deelwoorden die al eindigen op -en schrijf je de bijvoeglijke naamwoorden ook met -en:
gebakken, gewonnen, gevallen

Slide 9 - Tekstslide

Een ... taart
(lekker)

Slide 10 - Open vraag

een ... man
A
doof
B
dofe
C
doov
D
dove

Slide 11 - Quizvraag

de ... kinderen
(verlegen)

Slide 12 - Open vraag

de ... hoed
(papier)

Slide 13 - Open vraag

de ... afspraken
(maken)

Slide 14 - Open vraag

de ... fles
A
plastic
B
plasticen
C
plastik
D
plastiken

Slide 15 - Quizvraag

een ... ei
A
gebakke
B
gebakken
C
gebake
D
gebaken

Slide 16 - Quizvraag

de ... trui (warm)
het ... huis (duur)
de ... weg (breed)

Slide 17 - Open vraag

het ... team (open)
een ... boek (dik)
de ... fiets (wit)

Slide 18 - Open vraag

de ... oma (lief)
de ... kat (grijs)
een ... hond (gek)

Slide 19 - Open vraag

een ... lontje (kort)
de ... bui (boos)
de ... kaas (Frans)

Slide 20 - Open vraag


Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is:
A
gemelde
B
plastic
C
katoenen
D
mooie

Slide 24 - Quizvraag