Les 2: antibacteriële middelen en hoofdluis extra

Les 2: Antibacteriële middelen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
farmacotherapieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2: Antibacteriële middelen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • programma, herhaling
  • Lesdoelen
  • Vervolg antibacteriële middelen
  • vooruitblik
  • afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je weet welke geneesmiddelen worden gebruikt bij de behandeling van bacteriële infectieziekten
  • Je weet welk gevolg onoordeelkundig gebruik van deze geneesmiddelen kan hebben
  • Je weet welke gebruiksadviezen je moet geven bij de verschillende antibacteriële middelen

Slide 3 - Tekstslide

Test je kennis!
Quiz spelen via socrative
https://b.socrative.com/teacher/#quizzes?v2

Slide 4 - Tekstslide

Bijwerkingen van antibiotica kunnen zijn
A
Braken
B
Diarree

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de bijwerkingen van antibiotica?
A
allergische reactie en ziekenhuisopname
B
trombose, misselijkheid en diarree
C
misselijkheid, diarree en vernietigen goede darm bacteriën
D
misselijkheid, maagbloeding en obstipatie

Slide 6 - Quizvraag

doxycycline behoort tot de groep
A
tetracyclines
B
penicilline
C
macroliden
D
fluorchinolonen

Slide 7 - Quizvraag

Antibiotica doodt alleen de slechte bacteriën
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Welke stelling is juist
A
bactericide betekent groei remmend en bacteriostatisch bacterie dodend
B
bactericide betekent bacterie dodend en bacteriostatisch groei remmend

Slide 9 - Quizvraag

Wat is resistentie?
A
Dat je voldoende antistoffen tegen een virus of bacterie hebt
B
Dat de bacterie zich kan handhaven en vermenigvuldigen
C
Dat een bacterie ongevoelig is voor antibiotica
D
dat een virus zich niet kan handhaven en vermenigvuldigen

Slide 10 - Quizvraag

Om resistentie te voorkomen is het belangrijk om...
A
..een kuur altijd af te maken
B
..een kuur niet te lang, maar ook niet tekort voor te schrijven
C
..een voldoende hoge dosering voor te schrijven
D
A, B en C zijn allemaal juist

Slide 11 - Quizvraag

welk medicijn is geen antibiotica
A
ciprofloxacine
B
flucloxacilline
C
amoxicilline
D
cetirizine

Slide 12 - Quizvraag

Amoxicilline 3x per dag
Op welke tijdstippen moeten deze ingenomen worden?
A
8-12-18u
B
7-15-23u
C
7-12-21u
D
9-12-20u

Slide 13 - Quizvraag

amoxicilline behoort tot de groep
A
penicillines
B
tetracyclines
C
macroliden
D
fluorchinolonen

Slide 14 - Quizvraag

doxycycline behoort tot de groep
A
tetracyclines
B
penicilline
C
macroliden
D
fluorchinolonen

Slide 15 - Quizvraag

azitromycine behoort tot de groep
A
tetracyclines
B
penicilline
C
macroliden
D
fluorchinolonen

Slide 16 - Quizvraag

ciprofloxacine behoort tot de groep
A
tetracyclines
B
penicilline
C
macroliden
D
fluorchinolonen

Slide 17 - Quizvraag

Antibiotica

  • Penicillines
  • Tetracyclines
  • Fluorchinolonen
  • Macroliden

Slide 18 - Tekstslide

Penicillines

  • Bactericide
  • Smal/breed spectrum
  • Bijwerkingen: MD-klachten (diarree)
  • overgevoeligheid, allergische huidreacties

Slide 19 - Tekstslide

Tetracyclines
  • Bacteriostatisch
  • Breed spectrum
  • bijwerkingen: maagdarm klachten, overgevoeligheid voor zonlicht

Slide 20 - Tekstslide

Macroliden
  • Bacteriostatisch
  • spectrum: vergelijkbaar met smal spectrum penicillines
  • voordeel: (1)werkt tegen bacteriën die resistent zijn voor penicillines, (2) lage toedieningsfrequentie en korte behandelduur
  • bijwerkingen: maagdarm klachten (diarree)

Slide 21 - Tekstslide

(fluor)chinolonen
  • Bacteriocide
  • Breedspectrum
  • reserveantibiotica
  • op geleide van gevoeligheidsbepaling (kweek)
  • bijwerkingen: maagdarm klachten (diarree)
  • ciprofloxacine en norfloxacine niet i.c.m. melkproducten

Slide 22 - Tekstslide

Lokale antibiotica
Ooginfectie: chlooramfenicol
Huid:
  • mupirocine (Bactroban),
  • fusidinezuur (Fucidin)

Slide 23 - Tekstslide

Oefenen antibacteriële middelen
wat 
Oefenen met geneesmiddelen
Tijd 
15-20 min
hoe
klassikaal, klas opdelen in twee groepen. Elke groep heeft 1 vertegenwoordiger
Team A stelt vraag aan vertegenwoordigers, vertegenwoordigers tikken op het a4-tje met het juiste antwoord.
hulp
uit het hoofd
uitkomst
Herhalen van geneesmiddelen, geneesmiddelgroep, werking en bijwerkingen
klaar
Je kent van elke geneesmiddelgroep de geneesmiddelen, belangrijkste bijwerking en de werking

Slide 24 - Tekstslide

Medicatiebewaking

Slide 25 - Tekstslide

Medicatiebewakingsisgnelen

  • Tetracyclines + antacida/calcium; ijzer; zink/magnesium
  • VKA's + antibiotica (uitzondering flucloxacilline).
  • verminderde nierfunctie

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen met medicatiebewaking
wat 
Je krijgt 3 casussen over medicatiebewaking (zie lesopdracht it's learning les 3)
Tijd 
15 min
hoe
In groepjes van 4 
hulp
m.b.v de kennisbank
uitkomst
Je weet wat de belangrijkste medicatiebewakignssignalen inhouden en je kan advies geven over hoe je de signalen afhandelt
klaar
klassikaal

Slide 27 - Tekstslide

Medicatiebewaking chinolonen
Absoprtie
  • antacida: chinolonen 2 u voor of 4 u na antacidum
  • ijzerzouten: chinolonen 2 u voor ijzerzouten (normaal preparaat) innemen; bij voorkeur ijzertherapie staken
  • sucralfaat:  het chinolon moet ten minste 4 uur vóór sucralfaat worden ingenomen. Maar bij voorkeur wordt sucralfaat tijdelijk gestaakt of vervangen door een H2-antagonist

Slide 28 - Tekstslide

Extra lesmateriaal

  • https://www.sbaweb.nl/media/docs/samenvatting_e-boek_antibiotica.pdf
  • https://www.youtube.com/watch?v=_KLtGF_iskA

Slide 29 - Tekstslide

Hoe gebruik je antibiotica goed?

Slide 30 - Tekstslide