In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Populaties en successie
§8.4 Veranderingen in ecosysteem
Slide 1 - Tekstslide
Populatiegrootte
Grootte van een populatie varieert.
Afname door:
- sterfte en emigratie
Toename door:
- geboorte en immigratie.
Factoren die invloed hebben op populatiegrootte kunnen:
dichtheidsafhankelijk zijn (zoals concurrentie: zowel inter- als intraspecifiek)
of onafhankelijkzijn (bijv. overstroming).
Slide 2 - Tekstslide
Populatiegrootte
Echter het bepalen van de populatiegrootte is een uitdaging: alle individuen tellen is vaak geen optie.
tellen (van broedparen bijvoorbeeld)
steekproef nemen (klein gebied tellen)
Schatten
Vangen, merken, terugvangen.
Slide 3 - Tekstslide
Vangst - terugvangst methode
Slide 4 - Tekstslide
Vangst - terugvangst methode
Slide 5 - Tekstslide
Vangst - terugvangst methode
Slide 6 - Tekstslide
Vangst - terugvangst methode
Verhoudingstabel:
8 * 9 / 2 = 36
Let op: boek gebruikt andere manier. Werkt ook: 8 / 2 * 9 = 36
Slide 7 - Tekstslide
Nu jullie. Hoe groot is de populatie? Stel ik vang 35 vissen. Al deze 35 worden gemerkt en uitgezet. Daarna vang ik 31 vissen waarvan er 7 gemerkt zijn.
Populatie = 2e vangst * 1e vangst / gemerkte 2e vangst
Slide 8 - Open vraag
Stel dat de vissen die ik de eerste keer gevangen en gemerkt had zijn door de vangst vermoeid geraakt. Hierdoor zijn een aantal gemerkten makkelijker ten prooi gevallen aan roofdieren.
Wat is hierdoor het effect op mijn schatting van de populatiegrootte geweest?
A
Vang meer gemerkten dan normaal, populatiegrootte te hoog geschat
B
Vang minder gemerkten dan normaal, populatiegrootte te hoog geschat
C
Vang meer gemerkten dan normaal, populatiegrootte te laag geschat
D
Vang minder gemerkten dan normaal, populatiegrootte te laag geschat
Slide 9 - Quizvraag
Veranderingen in ecosystemen
Ecosystemen ontwikkelen.
Beperkende factoren.
Abiotische factoren:
temperatuur / bodem / neerslag / licht
Biotische factoren:
populatiegrootte
exoten
Slide 10 - Tekstslide
Pioniersecosysteem
Op zandvlakte wisselen abiotische factoren sterk. Weinig soorten kunnen dit tolereren.
Pioniersvegetatie heeft grote tolerantie.
Vervolgens dempen zij de veranderende abiotische factoren.
Hoe zie je dit terug in de tolerantiecurve?
Slide 11 - Tekstslide
Pioniersecosysteem
Gevolg: gebied valt binnen tolerantiegrenzen van steeds meer soorten. Verschillend aantal soorten neemt toe.
Vervolgens:
planteneters hebben meer te eten, vestigen zich.
predatoren komen af op de prooien die zich vestigen.
Slide 12 - Tekstslide
Successie
Dit proces (successie) gaat door totdat een stabiel (blijvend) ecosysteem ontstaat: climaxecosysteem.