3GT paragraaf 28 en 29

Plattegrond
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond

Slide 1 - Tekstslide

3GT paragraaf 28 en 29

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Welkom
  • Toets week 3
  • Paragraaf 28 woordspeling en beeldspraak
  • Paragraaf 29 tekst met vragen

Slide 3 - Tekstslide

Toets week 3
In week 3 heb je een leestoets.
Tijdens deze toets wordt de leesvaardigheid getoetst samen met de theorie van lezen H3 en 4

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten samen maken
  1. Welke woordspeling  is er op het t-shirt gemaakt?
  2. Lees de zinnen a t/m d, welke woorden hebben een dubbele betekenis?

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak van paragraaf 28

 opdracht 3 t/m 13

Klaar?

Maak zinnen met de woorden van deze paragraaf



timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
3. 
a De grap is dat doordat ‘pepernoten’ eindigt op -oten, de uitspraak lijkt op een groffe
uitdrukking die ook op -oten eindigt.
b De grap is dat ‘komkommer’ helemaal niks te maken heeft met de rest van de opsomming,
maar het past perfect in het ritme van de zin, waardoor het wel lekker klinkt.
c De grap is dat de maker van de grap zegt dat hij niet houdt van mensen die hun zin niet
afmaken, maar zelf maakt hij zijn zin ook niet af.
d De vraag maakt een toespeling op de openingszin ‘ken ik jou niet ergens van?’, maar vraagt in
plaats daarvan: ‘Negeer ik jou niet ergens van?’ Maar als je een vraag aan iemand stelt, negeer
je diegene juist niet.

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden
5 Hier is sprake van een woordspeling. 
6 Het woord ‘voeren’ heeft hier de betekenis van ‘eten geven’ én van ‘een handeling uitvoeren’,
zoals je bijvoorbeeld ook campagne voert. 
7 C
8 Je kunt een vergelijking vaak herkennen aan de woorden: als, alsof, net, van, lijken en zijn. 
9 De beeldspraak ‘lijkt steeds meer op een wespennest’ betekent dat de beschreven omgeving
steeds vijandiger wordt. Het wordt een plek waar je liever niet wilt zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Antwoorden
10 a vergelijking
b vergelijking
c personificatie
d personificatie 

11 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:
a Rachid rijdt als een duivel.
b Eefke heeft mooie lange manen.
c Het lijkt wel alsof de hemel naar beneden komt.  

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden
12 De beeldspraak hier is ‘diep zinken’. Dat is een metafoor voor in ellendige omstandigheden
terecht zijn gekomen, vaak door eigen schuld. De woordspeling hier is dat de zin ook letterlijk
opgevat kan worden. De duiker kan tot grote dieptes zijn afgedaald.

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 29
Mee met de meute

Lees de tekst en maak de vragen.

Klaar?
Maak een zin met de woorden uit deze paragraaf
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden
1 Het onderwerp van de tekst is ‘groepsgedrag’ of ‘groepsdrang’. 
2 B 
3 Twee voorbeelden zijn seksistische grappen maken en met collega’s klagen over de afdeling
naast je.
4 ‘Bruut’ betekent letterlijk: een gewelddadig persoon. De schrijver bedoelt niet dat je in bijzijn
van je vrienden opeens gewelddadig wordt, maar alleen dat je in bijzijn van je vrienden dingen
doet die je anders zou afkeuren. 

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden
5 A
6 A
7 de meute – grote groep mensen
seksistisch – discriminerend op grond van geslacht, (hier:) vrouwonvriendelijk
evolutionair – verband houdend met de ontwikkeling op aarde
baldadig – wild, uitgelaten
horkerig – als iemand lomp en onhandig doet
hypocriet – wanneer iemand vriendelijk doet terwijl hij het niet meent
doet die je anders zou afkeuren. 

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Maak de fictie-opdracht af en stuur jouw instagramaccount door of lever het in via Magister

Slide 22 - Tekstslide