24. Je kunt uitleggen waarom burgers in 1848 in opstand kwamen en welke politieke gevolgen dit kreeg in Frankrijk, Duitsland en Nederland.
25. Je kunt de opkomst van het feminisme als emancipatiebeweging verklaren en beschrijven.
26. Je kunt de posities die liberalen, socialisten en confessionelen in politieke en maatschappelijke kwesties innamen, benoemen en verklaren.
27. Je kunt de standpunten van de vier zuilen over de Schoolstrijd en het algemeen kiesrecht in Nederland benoemen en verklaren.
28. Je kunt de Pacificatie van 1917 beschrijven en verklaren.
29. Je kunt de oorsprong van de verzuiling in Nederland uitleggen.