In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Module gezondheid en voeding
Lesaanbod: Voedings- en eetstoornissen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de belangrijkste kenmerken van pica, ruminatiestoornis, restrictieve of vermijdende voedselinnamestoornis, anorexia, boulimia en eetbuistoornis beschrijven
Je kunt de factoren beschrijven die bijdragen tot het ontstaan er van
Je kunt gezondheidsrisico’s van obesitas beschrijven
Je kunt factoren die samenhangen met obesitas beschrijven
Je kunt uitleggen wat je als begeleider het best wel en het best niet moet doen.
Je kunt uitleggen wat in de behandeling wel en niet werkt voor mensen met een eetstoornis.
Slide 2 - Tekstslide
Waar of niet waar?
Anorectische vrouwen besteden een groot deel van de dag aan denken en praten over voedsel en soms zelfs aan het bereiden van uitgebreide maaltijden voor anderen.
Vrouwen met boulimia wekken alleen braken op na een eetbui.
Als je afvalt, reageert je lichaam door minder calorieën te gaan verbruiken.
Slide 3 - Tekstslide
Prevalentie
Eetstoornis komt in Nederland 1,87% voor (in Belgie 3,54%!). Vrouwen met een eetstoornis 3,73% (in Belgie 5,16%!).
Amerikaans onderzoek liet zien dat 50% van alle vrouwelijke studenten minstens 1 keer een eetbui gehad heeft gevolgd door braken/laxeren.
Ook bij mannen komt steeds vaker een verstoord eetgedrag voor.
Slide 4 - Tekstslide
Anorexia nervosa
Kenmerken:
Ernstig lichaamsverlies als gevolg van zeer beperkte calorie inname of zichzelf uithongeren.
Extreme angst om aan te komen of dik te worden, ondanks abnormaal mager zijn
Een verwrongen beeld van (deel van) eigen lichaam
Onvermogen om gevaren te zien van abnormaal laag gewicht.
Patronen
Na eerste menstruatie
Jonge vrouwen die op kamers gaan wonen om te studeren
Balletdanseressen en modellen
Slide 5 - Tekstslide
Risico's
Bloedarmoede
Huidproblemen
Hartritmestoornissen en lage bloeddruk
Spijsverteringsproblemen
Onregelmatige menstruatie en amenorroe (uitblijven menstruatie)
Osteoporose
5-20% overlijdt, als gevolg van zelfmoord, uithongering of ondervoeding
Jonge vrouwen met anorexia 8 keer zo veel kans op zelfmoord
Slide 6 - Tekstslide
Boulimia nervosa
Kenmerken
Extreme eetbuien (meestal in het geheim) van 30 tot 60 minuten gevolgd door compenserend gedrag
Gevoel van gebrek aan controle tijdens eetbuiten
Enorme angst voor gewichtstoename (streven niet naar extreme magerte)
Extreme nadruk leggen op vorm of gewicht wat betreft zelfbeeld
Buikproblemen (maag zwelt op, kan zelfs scheuren), nierbeschadiging
Bloederige diarree en ook kaliumtekort door laxeermiddelen.
Verder 25% tot 35% doet een poging tot zelfmoord.
Slide 8 - Tekstslide
Beinvloedende factoren
Maatschappelijke druk en hoge verwachtingen
Idealiserend beeld van mager zijn
Druk van leeftijdsgenoten is een belangrijke voorspellende factor
Toch is sociale druk niet de enige factor; diepere emotionele problemen liggen er aan ten grondslag
Onzekerheid en onvoldoende sociale vaardigheden spelen een rol
Depressie en piekeren kunnen leiden tot eetbuien
Seksueel misbruik of mishandeling is ook een risicofactor
Eetstoornissen komen veel minder voor in niet-westerse culturen
Wel ontdekten onderzoekers dat extreme magerte bij jonge vrouwen in Ghana verband hield met vasten om religieuze redenen.
Slide 9 - Tekstslide
Biologische factoren
Serotonine speelt een rol bij reguleren van honger en verzadiging, bij stemming en eetlust.
Door antidepressivum fluoxetine neemt beschikbaarheid van serotonine toe; eetbuien nemen af.
Genetische factoren spelen een rol. Eetstoornissen zitten vaak in de familie.
Ook tweelingenonderzoek laat dit zien: 50% overeenstemming voor anorexia bij eeneiige tweelingen tegenover 5% bij tweeeiige tweelingen.
Slide 10 - Tekstslide
Andere verklaringen
Verlichting van angst voor gewichtstoename door te braken bij boulimia en afwijzen van voedsel zijn negatieve bekrachtigers.
Perfectionistische houding
Gevoel van macht/controle door te gaan vasten, het gevoel dat ze op andere vlakken niet hebben
Zwart-witdenken en zeer streng voor zichzelf zijn werkt in de hand dat vrouwen met boulimia hun verstoorde eetgedrag volhouden
Anorexia vormt misschien een onbewuste poging om de ontwikkeling tot volwassene (en het zich losmaken van het gezin) stil te zetten.
Gebrek aan koestering en steun vanuit gezin is een belangrijke beïnvloedende factor.
Anorexia als manier om evenwicht te bewaren in disfunctionele gezinnen, vanuit het idee dat systemen neigen om zichzelf in stand te houden. Toch is het onzeker of de oorzaak het gezin is of de stoornis zelf. Waarschijnlijk is er sprake van een wisselwerking tussen gezin en de stoornis.
Slide 11 - Tekstslide
Behandeling
Moeilijk te behandelen; bij 50% van mensen met anorexia treedt terugval op 1 jaar na ziekenhuisontslag.
Gebleken is dat gedragstherapie tijdens ziekenhuisopname positief effect heeft op gewichtstoename
Cognitieve gedragstherapie blijkt effectief bij boulimia; bij tweederde verdwenen eetbuien.
Om zelfopgewekt braken uit te bannen, werkt blootstelling met responspreventie (therapeut blijft bij de patient als deze aan eten van verboden voedsel wordt blootgesteld)
Slide 12 - Tekstslide
Eetbuistoornis (binge eating disorder)
Herhaalde eetbuien zonder compenserend gedrag zoals braken/laxeren
Dwangmatig overeten
Komt meestal voor bij vrouwen met overgewicht, op hogere leeftijd dan anorexia of boulimia.
Komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
CGT is effectief bij deze stoornis
Slide 13 - Tekstslide
Obesitas
Medische aandoening met BMI van 30 of meer.
Er zijn wereldwijd evenveel mensen met overgewicht als mensen die ondervoed zijn
1 Miljard mensen met overgewicht of obesitas
Aantal kinderen/jongeren met obesitas afgelopen 25 jaar verdubbeld
Een op de drie kinderen is te zwaar
Obesitas verkort de levensduur met 7 jaar
Amerikanen consumeren dagelijks in totaal 815 miljard calorieën.
De extra calorieën zijn genoeg om een land van 80 miljoen mensen in leven te houden.
Combinatie van genetische factoren en omgevingsfactoren
Stofwisselingsfactoren (als we afvallen, reageert het lichaam alsof het wordt uitgehongerd door stofwisselingssnelheid te vertragen). Lichaamsbeweging compenseert dit
Ernstige obese mensen hebben 200 miljard vetcellen, tegenover 25 of 30 miljard bij gezond gewicht.
Slide 14 - Tekstslide
Vetcellen
Als je niet hebt gegeten, daalt bloedsuikerspiegel, waardoor vet aan cellen wordt onttrokken om het lichaam van voedingsstoffen te voorzien
Hypothalamus registreert dat hoeveelheid vet in cellen afneemt en geeft seintje aan de hersenschors, waardoor hongergevoel wordt ingeschakeld.
Hoe meer vetweefsel, hoe meer signalen naar de hersenen worden gestuurd dat vetvoorraad uitgeput raakt. Dus hoe meer vetweefsel, hoe sneller/sterker hongergevoel.
Bij afvallen verdwijnen vetcellen niet, ze krimpen alleen..
Mensen met veel vetweefsel hebben dubbel pech, doordat vetweefsel langzamer voedsel afbreekt dan spierweefsel.
Erfelijkheid en ook in de vroege jeugd overtollig eten spelen een rol.
Slide 15 - Tekstslide
Diëten
Snelle diëten werken niet; minstens 9 van de 10 komen evenveel aan als ze zijn afgevallen.
Slide 16 - Tekstslide
ABC's (Aanleiding, gedrag, gevolg)
Strategieen
Triggers in omgeving veranderen
Geen zoet in huis, kleinere borden, restjes invriezen, vermijd keuken, eten loskoppelen van TV
Interne triggers beheersen
Het is oké om honger te hebben. Elke minuut dat ik het eten uitstel, verbruik ik energie
Eettempo verlagen
Leg je bestek neer na elke hap, kauw goed, proef elke hap, geef je hersenen de tijd te registreren), moet je je bord leegeten?
Routine van boodschappen doen veranderen
Houd je aan je lijstje, doe boodschappen snel, nadat je hebt gegeten
Gedragsalternatieven
Vervang eten door activiteiten die niets met eten te maken hebben, vergroot beschikbaarheid van caloriearm voedsel
Jezelf belonen
Om 1 pond per week te verliezen, moet je 500 calorieen per dag minder eten. Maak een beloningsprogramma. Red je het niet, ga dan gewoon verder.
Slide 17 - Tekstslide
Andere voedings- en eetstoornissen
Pica
Ruminatiestoornis
Vermijdende of restrictieve voedselinnamestoornis
Orthorexia
Slide 18 - Tekstslide
Voedsel vanuit de maag weer naar de mond terug laten stromen
Niet innemen van of geen interesse in voedingsmiddelen
Eten van niet-eetbare zaken
Pica
Ruminatiestoornis
Vermijdend of restrictieve voedselinname stoornis
Slide 19 - Sleepvraag
Groepsgesprek
Denk eerst individueel na over deze stelling:
'Als een cliënt een paar maanden slecht eet, heeft hij of zij een eetstoornis'.
Formuleer 1 argument voor en 1 argument tegen deze stelling.
Bespreek in groepen van 4 deze stelling en wissel argumenten uit.
Slide 20 - Tekstslide
Do's en don'ts
Moet je wel of niet vragen hoe het gaat?
Als het niet goed gaat, moet je wel of niet doorvragen waarom?
Moet je wel of niet overtuigen/stimuleren meer te eten?
Moet je het wel of niet over eten hebben?
Slide 21 - Tekstslide
Do's en don'ts
1. Blijf vragen hoe het gaat en vraag door als het niet goed gaat, maar ook als het wel goed gaat.
2. Overtuigen meer te eten werkt averechts. Je kunt wel kijken of het lukt om samen te eten en hier een zo ontspannen mogelijk moment van te maken.
3. Begin niet zelf over 'eten'. Als de client er zelf over begint, dan luister je actief.
Slide 22 - Tekstslide
Fabels
Lees de 10 meest voorkomende misvattingen over eetstoornissen via onderstaande link. Welke misvatting had jij?