theorie bij weektaak 40

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

theorie bij weektaak 40

week 40 klas 2E/2G Grammatica naamwoordelijk gezegde

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. het eerste werkwoord van een zin
2. alle werkwoorden van een zin
3. het laatste werkwoord van een zin
4. de persoonsvorm en het onderwerp samen

www.jufmelis.nl

 Werkwoordelijk gezegde

• Het werkwoordelijk gezegde is een zinsdeel.
  
• De persoonsvorm is altijd onderdeel van het werkwoordelijk gezegde, of  soms ook : de pv is het wg
• Het werkwoordelijk gezegde= alle werkwoorden in de zin.
  

• Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp ‘doet’ of ‘overkomt’.

• Hij loopt naar huis.
• Hij heeft een prijs gewonnen. 
• Hij heeft hard geleerd.

 --------------------------------------

het onderwerp ...... iets

• Hij is een huisarts 
• Hij wordt ziek.
• Zij blijft verkouden. 
• Zij  blijkt afwezig.
• Zij lijkt een schatje.
• Hij schijnt slim te zijn.  

---------------------------------------

het onderwerp .......iets 

Naamwoordelijk gezegde

 Bestaat uit een werkwoordelijk deel en een naamwoordelijk deel. 

Het werkwoordelijk deel   : dat zijn de  werkwoorden uit de zin. 

een  van deze werkwoorden is een vorm van 1  van de 6 koppelwerkwoorden

Het  [naamwoordelijk deel ] bevat een naamwoord : zelfstandig naamwoord                                                                                                            of bijvoeglijk naamwoord 

ng : Hij is [een huisarts]                                                       wg    Hij heeft gefietst  

voorbeeldzin 

Dit jaar/ is /Alinde /opnieuw /keepster.

1.  Alinde is of doet ? 

2. Wat is ze ?  

3. is keepster 

4. is [keepster]  

              Koppelwerkwoorden

Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, 

(en : heten, dunken en voorkomen)

werkwoorden die  informatie koppelen aan het onderwerp 

 een ezelsbruggetje om deze 6  koppelwerkwoorden te onthouden.....=   ...Zwobbels.................... 

naamwoordelijk gezegde? 

Stel drie vragen:

•  1:  één van de  6 (Zwobbbels)  koppelwerkwoorden in de zin? 
• 2. doet  het onderwerp iets of is/wordt  het onderwerp iets 
• 3: wordt er iets over toestand’ (ook wel: eigenschap) van het onderwerp gezegd?
• wat +ow + pv/andere werkwoorden =  nd deel van ng 

Zij    wil /een beroemde zangeres /worden.

5 keer ng ? 

1. Het eten is lekker.

2: De bruiloft was gezellig.

3: De blauwe plek is erg groot.

4: Jouw cijfer wordt een voldoende.

5: Je wordt steeds beter.

5 keer ng ? 

1. Het eten is lekker.

2: De bruiloft was gezellig.

3: De blauwe plek is erg groot.

4: Jouw cijfer wordt een voldoende.

5: Je wordt steeds beter.

Aan de slag.

Planning NN online   opdrachten maken par. 3 en par. 5 

ze staan klaar bij Planning