H32 Regels voor de activa

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke waarderingsgrondslagen ken je?

Slide 2 - Open vraag

Waaruit bestaat de verkrijgingspijs?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent actuele waarde?

Slide 4 - Open vraag

Bij welke waarderingsgrondslag kan een herwaarderingsreserve voorkomen?
A
verkrijgingsprijs
B
vervaardigingsprijs
C
actuele waarde

Slide 5 - Quizvraag

Geef een omschrijving van immateriële activa

Slide 6 - Open vraag

Geef 4 voorbeelden van immateriële activa

Slide 7 - Open vraag

Wat is een concessie?

Slide 8 - Open vraag

Noem de 2 soorten licenties

Slide 9 - Open vraag

Wanneer is er sprake van een groepsmaatschappij?

Slide 10 - Open vraag

Noem 2 verschillen tussen deelnemingen en effecten?

Slide 11 - Open vraag

Janine heeft in haar bedrijf €395.000 en €210.00 aan schulden. Pieter biedt voor haar bedrijf €220.000. Bereken de goodwill

Slide 12 - Open vraag

Waarom betaalt Pieter goodwill?

Slide 13 - Open vraag

Wanneer mag je goodwill activeren?

Slide 14 - Open vraag

Opgave 32.7
Bessels NV heeft 20.000.000 aandelen uitstaan met een nominale waarde van €5 per aandeel. De koerswaarde van het aandeel is €18,60.
De koerswaarde komt overeen met de intrinsieke waarde per aandeel.
Aerus NV wil Bessels NV overnemen en doet een bod van € 19,50 op de aandelen van Bessels NV. Aerus NV bepaalt wel dat dit bod uitsluitend geldt wanneer ten minste 95% van de aandelen wordt overgedragen.

Slide 15 - Tekstslide

Bereken het aantal aandelen dat Aerus minimaal in bezit wil krijgen

Slide 16 - Open vraag

Wat is de overnameprijs?

Slide 17 - Open vraag

Hoe noemen we het verschil tussen
€ 19,50 en € 18,60

Slide 18 - Open vraag

Hoe kan Aerus de overname financieren?

Slide 19 - Open vraag

Wil Aerus een meerderheidsbelang?

Slide 20 - Open vraag

Waarom koopt Aerus niet in kleine porties op de aandelenmarkt?

Slide 21 - Open vraag

Opgave 32.8
Welke soorten voorraden zijn er bij een industriële onderneming?

Slide 22 - Open vraag

Wanneer worden effecten tot de vlotende activa gerekend?

Slide 23 - Open vraag

Wat verstaan we onder overlopende activa?
Noem 2 voorbeelden

Slide 24 - Open vraag

Wat zijn liquide middelen?

Slide 25 - Open vraag

In welke situatie kom je 'Onderhanden werk' tegen op de creditkant (rechts) van de balans?

Slide 26 - Open vraag

Laatste vraag: heb je wat gehad aan deze lessonup?

Slide 27 - Open vraag