In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Economische conjunctuur
Slide 2 - Tekstslide
Bedrijfswinsten zijn een procyclische conjunctuurindicator
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Werkloosheid is een procyclische conjunctuurindicator
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Anticyclisch conjunctuurbeleid:
Bestedingen laagconjunctuur stimuleren
Bestedingen tijdens hoogconjunctuur afremmen
Procyclisch conjunctuurbeleid:
Conjunctuurbeleid wordt gestimuleerd in plaats van afgeremd
Slide 5 - Tekstslide
Conjunctuur en de overheid
Welke invloed kan de overheid hebben op de economie?
Kernbegrip:
- anti/procyclisch
conjunctuurbeleid
Slide 6 - Tekstslide
De overheid wil geen recessie en juist de economie stimuleren. Wat moeten ze NIET doen?
A
Investeren in onderwijs
B
De belasting verhogen
C
Meer geld besteden aan infrastructuur
D
Subsidie geven aan vernieuwende bedrijven
Slide 7 - Quizvraag
Tijdens een recessie neemt de staatsschuld in de meeste gevallen:
A
Toe
B
Af
C
Blijft gelijk
Slide 8 - Quizvraag
Het verschil tussen recessie en depressie ...
A
Recessie is minder erg
B
Recessie is 2 kwartalen krimp en depressie 3 kwartalen krimp
C
In beide gevallen daalt het reële BBP
D
Allemaal goed
Slide 9 - Quizvraag
Het verhogen van de overheidsuitgaven in een periode van ... is een voorbeeld van procyclisch conjunctuurbeleid.
A
Laagconjunctuur
B
Hoogconjunctuur
Slide 10 - Quizvraag
We zitten in hoogconjunctuur. De overheid kiest ervoor om de belasting te verlagen. Wat voor soort beleid is dit?
A
Anticyclisch
B
Procyclisch
Slide 11 - Quizvraag
Welke variabelen zijn procyclisch?
A
Bedrijfinvesteringen
B
Werkloosheid
C
Belastinginkomsten van de overheid
D
Afzet van bedrijven
Slide 12 - Quizvraag
Het verlagen van de belastingen in een periode van laagconjunctuur is een voorbeeld van
A
anticyclisch conjunctuurbeleid
B
procyclisch conjunctuurbeleid
Slide 13 - Quizvraag
Terwijl de economie nog lang niet is hersteld van de crisis, wordt de rente door de ECB verhoogd.
A
Deze maatregel heeft een procyclisch effect
B
Deze maatregel heeft een anticyclisch effect
C
Deze maatregel heeft geen effect
Slide 14 - Quizvraag
Door de plotselinge neergang van de economie wil de overheid bezuinigen, omdat het land zijn rente en aflossing anders niet meer kan betalen. Dit is een voorbeeld van ...