16 dec A2D - schrijfopdr 3

WELCOME
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson

  • Reading 
  • Writing assignment 3

Slide 2 - Tekstslide

Check exercise 6, 9a, 9b on p. 80 

Slide 3 - Tekstslide




                Read in silence for 10 min 

Slide 4 - Tekstslide

Writing assignment 3
E-mail aan vriend(in)
Waar op letten?
  • Aanhef/afsluiting
  • Verwerk alle punten!
  • Verwerk de extra opdracht (2 comparisons gebruiken)
  • Tel de woorden en noteer
  • Paar spelfoutjes is niet erg
  • Lees het door als je klaar bent- is het een goedlopend verhaal?

Slide 5 - Tekstslide

Writing assignment 3:

  • Use vocabulary lesson 5 p.93
  • Use comparisons p.94
  • Use past simple (gebeurtenis is in verleden) p.89

Schrijven/typen - inleveren (niet via mail)

Done - do homework (any subject)



Slide 6 - Tekstslide

test jezelf 2.3 nog

Slide 7 - Tekstslide

Today's lesson
  • Reading
  • Toets inplannen
  • Look at expressions/vocabulary
  • Writing assignment

Slide 8 - Tekstslide




                Read in silence for 10 min 

Slide 9 - Tekstslide

Test unit 2 
In week 51 (20-24 dec)
Bestaat uit 3 onderdelen (giving directions, recipe, e-mail)
  • vocabulary lesson 3, 4, 5
  • expressions
  • vergelijkingen gebruiken
  • quantifiers (much/many enz) gebruiken
  • past simple


Slide 10 - Tekstslide

Zie blz 71 en blz 92/93

Slide 11 - Tekstslide

Zie blz 92/93
Let op! 'few' en 'little' betekenen weinig
'a few' en 'a little' betekenen een paar/een beetje

I practise singing for a few hours every day
There are few people who can cook like you
I need a little time to prepare
I spend very little money on candy

Slide 12 - Tekstslide

In bevestigende zinnen gebruik je na 'so', 'as', 'too', 'how' wél much/many:

She has got so many talents
I know how much time it takes

Zie ook blz 92/93

Slide 13 - Tekstslide

Do exercise 6, 7 on p. 72/73

Done? Study vocabulary lesson 5 p. 93 (homework for Friday)

Check answers after 10 min

Slide 14 - Tekstslide

relative pronoun
verwijst naar
voorbeeld
who
mensen
she's the girl who helped me
which
dingen/dieren
this is the bike which I bought yesterday
that
mens/dier in zinsdeel waar geen komma voor staat
she's the girl that helped me
whose
bezit
this is the boy whose wallet was stolen
whom
persoon na voorzetsel
this is the man to whom I spoke

Slide 15 - Tekstslide

That i.p.v. who/which : alleen als er geen komma voor dat zinsdeel staat!

The man who/that helped us is very nice
My uncle, who is always busy, helped us yesterday

Slide 16 - Tekstslide

Exercise 10, 11 on p. 82

Done? Relax :-)

Discuss answers after about 10 min

Slide 17 - Tekstslide

For Monday: study expressions p. 90-91


Slide 18 - Tekstslide

End of the lesson

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide