Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
herhaling znw/bnw
Herhalingsles
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
trappen van vergelijking
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhalingsles
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
trappen van vergelijking
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het zelfstandig naamwoord?
'De rode brievenbus stond nog open.'
A
rode
B
brievenbus
C
stond
D
open
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het zelfstandig naamwoord?
'Heb jij mijn lader gezien? Ik ben hem kwijt!'
A
mijn
B
lader
C
hem
D
kwijt
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het zelfstandig naamwoord?
'Soms heb ik zoveel zin in een grote reep chocolade'
A
soms
B
grote
C
reep
D
chocolade
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het zelfstandig naamwoord? 'Die grote man daar liet alles vallen'
Slide 8 - Open vraag
Wat is het zelfstandig naamwoord? 'Tegen een vergoeding wil ik dat wel voor je repareren'
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord? 'Ik heb deze week in het nieuwe zwembad gezwommen'
A
deze
B
week
C
nieuwe
D
zwembad
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord? 'Die ingewikkelde som begrijp ik echt niet!'
A
die
B
ingewikkelde
C
som
D
echt
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord? 'Wat vind je van de prille liefde tussen die twee?'
A
prille
B
liefde
C
tussen
D
twee
Slide 15 - Quizvraag
Welk bijvoeglijk naamwoord is goed geschreven?
A
roze muren
B
rozen muren
Slide 16 - Quizvraag
Welk bijvoeglijk naamwoord is goed geschreven?
A
zilvere horloge
B
zilveren horloge
Slide 17 - Quizvraag
Trappen van vergelijking
Bijvoeglijke naamwoorden kunnen in verschillende trappen voorkomen.
stellende trap:
heet, warm, koud, blauw, etc.
vergrotende trap:
heter, warmer, kouder, blauwer, etc.
overtreffende trap:
heetst, warmst, koudst, blauwst, etc.
Slide 18 - Tekstslide
Om welke trap gaat het? 'Dit is het mooiste vakantieland'
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 19 - Quizvraag
Om welke trap gaat het? 'De rode auto is van mij'
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 20 - Quizvraag
Om welke trap gaat het? 'Het lijkt wel of het steeds moeilijker wordt'
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de vergrotende trap?
A
warm
B
warmer
C
warmst
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de overtreffende trap?
A
zielig
B
zieliger
C
zieligst
Slide 23 - Quizvraag
Aan het werk!
- Oefenbladen maken
- Oefenen op NUMO (taken)
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
B2 Les 37 (bijv. naamwoord)
Januari 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
woordsoorten
September 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
K2 Les 29 (zelfs./bijv. naamwoord)
Maart 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord en trappen van vergelijking - les 54 + 55
Maart 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord en trappen van vergelijking - les 54 + 55
November 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord en trappen van vergelijking - les 54 + 55
19 dagen geleden
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Spelling - H5.8
Mei 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Spelling Les 55: Trappen van vergelijking
September 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1