WKPV1 hfdst 7 het strafbare feit

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
WKPV1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Omschrijf het begrip Strafbaar Feit.
(blz 62)

Slide 2 - Tekstslide

Onder een strafbaar feit wordt verstaan een bewezen menselijke gedraging, die gedekt wordt door een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.

Slide 3 - Tekstslide

Een strafbaar feit kan je onderverdelen in 2 zaken.....
Welke zijn dit?

Slide 4 - Tekstslide

Misdrijven en Overtredingen

Slide 5 - Tekstslide

Aan welke voorwaarde moet worden voldaan voor de strafbaarheid?

Slide 6 - Tekstslide

* Bewezen Menselijke gedraging
* Wettelijke delictsomschrijving
*Wederrechtelijk
* Aan schuld te wijten

Slide 7 - Tekstslide

Omschrijf wat bedoelt word met een bewezen menselijke gedraging

Slide 8 - Tekstslide

Met een menselijke gedraging wordt bedoeld dat een persoon zich op een bepaalde manier gedraagt, zo'n gedraging kan bestaan dat iemand iets doet (handelt) in strijd met een verbod in een wettelijk voorschrift (wet) of iets niet doet in strijd met een gebod. het moet in ieder geval gaan om een gedraging uitgevoerd door een mens.

Slide 9 - Tekstslide

Omschrijf het begrip wettelijke delictsomschrijving.
(Blz 62)

Slide 10 - Tekstslide

Een wettelijke delictsomschrijving is een omschrijving van een strafbare gedraging waarin de bestanddelen staan opgesomd die moeten zijn vervuld, wil de verdachte kunnen worden gestraft.

Slide 11 - Tekstslide

Omschrijf het begrip Bestanddelen

Slide 12 - Tekstslide

Een bestanddeel  is een onderdeel van een wettelijke delictsomschrijving of norm.

Slide 13 - Tekstslide

Artikel 3501.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

Slide 14 - Tekstslide

De Norm (artikel) bestaat uit 1 of meerdere bestanddelen. Moet je aan alle bestanddelen voldoen of is 1 voldoende voor de strafbaarstelling?

Slide 15 - Tekstslide

Alle bestanddelen moeten worden voldoen. Als er 1 bestanddeel ontbreekt is er geen strafbaar feit gepleegd.

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent de term WEDERRECHTELIJK?

Slide 17 - Tekstslide

Wederrechtelijk wil zeggen dat betrokkene handelde zonder dat hij daartoe het recht had of anders gezegd, zonder bevoegdheid, zonder toestemming.

Slide 18 - Tekstslide

Omschrijf het begrip Aan Schuld Te Wijten 
(Blz 63)

Slide 19 - Tekstslide

Onder schuld wordt de verwijtbaarheid van een gedraging verstaan. 

Slide 20 - Tekstslide

wat betekend "Afwezigheid van alle schuld" ?

Slide 21 - Tekstslide

Als iemand bewezen een strafbaar feit begaat maar daar geen schuld aan heeft. Bijvoorbeeld een verkeersovertreding begaan en het verkeersbord is niet goed zichtbaar door bijvoorbeeld een overhangende tak.

Slide 22 - Tekstslide

Omschrijf het begrip Opzet.

Slide 23 - Tekstslide

Opzet is de meest vergaande vorm van schuld in het strafrecht, waarbij de dader willens en wetens, dat wil zeggen doelbewust of moedwillig, de verboden gedraging verricht of het verboden gevolg bewerkstellig.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide