7.5 afweer

7.5
Afweer
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.5
Afweer

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat deze paragraaf over?
De manier waarop mensen ziek kunnen worden

De manieren waarop ons lichaam zich beschermd tegen indringers

Slide 2 - Tekstslide

Ons lichaam beschermen
Dagelijks worden we blootgesteld aan vele soorten ziekteverwekkers

Denk aan:
- bacteriën
- schimmels
- virussen
- dieren
- andere parasieten
--> infectie

Slide 3 - Tekstslide

Enkele nare ziektes
Cholera
Ebola

Slide 4 - Tekstslide

Malaria

Slide 5 - Tekstslide

Op welke manieren kunnen we
onszelf beschermen?

Slide 6 - Woordweb

Ons lichaam beschermen

Fysieke barrières:
- Huid: hoornlaag en talg
- Slijmvliezen: bijv ogen en luchtwegen, slijm is bacteriedodend
- Maagsap (zeer lage zuurgraad (pH))

Slide 7 - Tekstslide

Toch binnengedrongen ...
  1. Speciale eiwitten in je bloed reageren op aanwezigheid ziekteverwekkers

  2. Er kan koorts ontstaan
    - ontwikkeling ziekteverwekkers tegengaan
    - afweerreacties versnellen

Slide 8 - Tekstslide

Wat voor soort barrière verwacht je in de vagina van de vrouw?

Slide 9 - Open vraag

Specifieke afweer
Is de algemene afweer niet voldoende, dan moet het lichaam specifieker gaan reageren
--> het immuunsysteem/afweersysteem

Het hart van dit systeem: de witte bloedcellen
Er zijn verschillende typen witte bloedcellen

Slide 10 - Tekstslide

Witte bloedcellen (1)
Het insluiten van ziekteverwekkers is één van de eerste reacties van het specifieke systeem

Slide 11 - Tekstslide

Witte bloedcellen (2)
Antigeen herkenning (lichaamsvreemde stoffen)
1
2
3
4
5

Slide 12 - Tekstslide

Welke uitspraak is waar?
A
Antigenen zijn hetzelfde als antistoffen
B
Alle ziekteverwekkers kunnen bestreden worden
C
Alle antistoffen zijn bij de geboorte al aanwezig
D
Antigenen komen voor op het oppervlak van een ziekteverwekker

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke uitspraak over de specifieke afweer is waar?
A
Antistoffen werken specifiek tegen 1 antigeen
B
Niet alle ziekteverwekkers hebben antigenen: daarom wordt je ziek
C
Alle typen witte bloedcellen kunnen ziekteverwekkers insluiten
D
De specifieke afweer komt meteen in actie bij een infectie

Slide 15 - Quizvraag

Hoe wordt je 'immuun'?
Bij een 1e infectie wordt je ziek --> productie antistoffen

  1. Antistoffen blijven een tijdje in je bloed
  2. Speciale witte bloedcellen, geheugencellen, blijven veel langer aanwezig

Slide 16 - Tekstslide

Natuurlijke immuniteit
Door geïnfecteerd te raken ga je immuniteit opbouwen

Natuurlijk immuniteit =
zelf de ziekte ondergaan

Slide 17 - Tekstslide

Kunstmatige immuniteit
Op een niet natuurlijk manier een infectie krijgen: vaccinaties

Vaccins zijn (delen van) dode of verzwakte ziekteverwekkers

Gevolg: je lichaam gaat gewoon antistoffen maken

Slide 18 - Tekstslide

Soorten kunstmatige immuniteit
Actieve immunisatie
Door een vaccin maakt een gevaccineerd persoon zelf antistoffen aan

Passieve immunisatie
Je krijgt een vloeistof (serum) toegediend waar antistoffen inzitten
Je maakt dus zelf GEEN antistoffen
(Moedermelk is (natuurlijk) passieve immunisatie)

Slide 19 - Tekstslide

Actief
Passief

Slide 20 - Tekstslide

Algemene afweer
Specifieke afweer
Koorts
Maagsap
Slijmvliezen
Witte bloedcellen
Huid
Antistoffen

Slide 21 - Sleepvraag

Je bent door een slang gebeten en je moet een spuitje met antigif krijgen. Wat voor soort immunisatie is dit?
A
Actieve immunisatie
B
Natuurlijk passieve immunisatie
C
Kunstmatig passieve immunisatie
D
Kunstmatig actieve immunisatie

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag
Paragraaf 7.5


Opdracht 23 t/m 28

Slide 23 - Tekstslide