418AK - Week 11 - Debat oefenen

ZRGVEPL419AK
ZRGVEPL418AK
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ZRGVEPL419AK
ZRGVEPL418AK

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een discussie?
  • Bij een discussie gaat het niet om het krijgen van gelijk, maar om te kijken naar wat het probleem is, wat oorzaken kunnen zijn en wat er voor oplossingen mogelijk zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een debat?
  • Een debat is een discussie tussen twee partijen over een stelling.

  • De ene partij staat positief tegenover de stelling en is het hier dus mee eens.
  • De andere partij staat negatief tegenover de stelling en is het hier dus mee oneens.

Slide 3 - Tekstslide

Welke 2 zaken heb je nodig voor een debat?

  • Feiten die passen bij de mening van de partij die jij vertegenwoordigt.
  • Argumenten die de tegenpartij zou kunnen geven, zodat je daarop kunt reageren.

Slide 4 - Tekstslide

Waaruit bestaat het debat?
  • standpunt
  • onderbouwing
  • tegenargumenten
  • weerlegging

Slide 5 - Tekstslide

Toets 3:
Debat voeren

Slide 6 - Tekstslide

Wat ga je doen?
- Je voert met 3 klasgenoten een debat over een stelling.
- Je kiest met je groepje een stelling over het onderwijs/over je beroepskeuze/actueel nieuws.
- Kies 2 studenten die het eens zijn (partij 1) met de stelling.
- Kies 2 studenten die het oneens zijn (partij 2) met de stelling.
- Vanaf hier werk je in tweetallen, want je moet niet van te voren op de hoogte zijn van de argumenten van de andere partij.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
-  Verzamel informatie over het onderwerp.
- Formuleer drie argumenten die bij jullie standpunt passen:                    denk aan de toelichting!
- Bedenk met welke argumenten het andere tweetal zou kunnen komen en bereid je erop voor om dit argument te weerleggen.


Slide 8 - Tekstslide

Hoe ziet het debat eruit?
-Ronde 1: je krijgt per persoon 1 minuut spreektijd. Hierin overtuig je de anderen van jouw standpunt met tenminste 1 argument. 
- Ronde 2: je krijgt weer per persoon 1 minuut spreektijd. Hierin reageer je op de argumenten van de andere groep. Je moet proberen hun argumenten te ontkrachten door bijvoorbeeld tegenargumenten te geven.


Slide 9 - Tekstslide

Hoe ziet het debat eruit?
- Tijdens de rondes spreken jij en je teamgenoot om de beurt.
- Je mag elkaar tijdens het hele debat niet in de rede vallen.
- 1 persoon uit de klas is de debatleidster: zij verdeelt de beurten en houdt de tijd in de gaten.
- Op bladzijde 263 van het werkboek zie waar je tijdens het debat op moet letten en waar je op beoordeeld wordt.
- Iedereen is online aanwezig. De klas wijst aan het einde van het debat het team aan wat het meest overtuigend was.


Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag! 
-Je gaat nu in je groepje verder met de stelling en de argumenten.

- Volgende week 22 maart:
om 10.45 uur: Zola, Esmee S., Amber, Marije
om 14.45 uur: Anna, Anne Mae, Jonieke, Cynthia

Slide 11 - Tekstslide

Toets 3: Debat voeren 
22 maart:
10.45 uur: Zola, Esmee S., Amber, Marije
14.45 uur: Anna, Anne Mae, Jonieke, Cynthia

29 maart:
10.45 uur: Cardi, Maran, Charmaine, Fatma
14.45 uur: Anouk, Eline, Quisha



Slide 12 - Tekstslide