§14.2 Centraal zenuwstelsel

§14.2 Centraal zenuwstelsel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

§14.2 Centraal zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

naam van 1 tm 4?
welk deel regelt de coördinatie van spieren?
In welk deel zit je bewustijn?

Slide 4 - Tekstslide

grote hersenen
                               bewustzijn, geheugen
                                                       informatie verwerking



hersencentra
bepaalde gebieden met een taak

primair (bewust wording) en secundair (herkenning, geheugen)

Slide 5 - Tekstslide

CT-scan
Röntgenfoto in plakjes

Slide 6 - Tekstslide

MRI
activiteit zichtbaar

Slide 7 - Tekstslide

motorische neuronen en sensorische neuronen
                       in de hersenschors

Slide 8 - Tekstslide

kleine hersenen
coördinatie van spierbewegingen
en evenwicht.

Slide 9 - Tekstslide

thalamus
- impulsen van zintuigen gaan via de thalamus naar de grote hersenen

- coördinatie van de informatiestroom                                      
- filter voor belangrijke en                                     
onbelangrijke prikkels                                                             


Slide 10 - Tekstslide

hersenstam   
Primaire functies (overleving), evolutionair gezien het oudste deel.

- ademhaling,  hartslag,  bloeddruk, temperatuur, vertering, hoesten, plassen

Slide 11 - Tekstslide

naast neuronen ook gliacellen

- niet-neuronen in het zenuwstelsel
- ondersteunende functie
  • Schwann cellen: myeline maken
  • Astrocyten: bloed-hersen barriere

Slide 12 - Tekstslide

bloed-hersenbarrière
Grens tussen bloed en hersenen.
Belangrijk, dat niet elke stof de hersenen kan binnen dringen.

1. astrocyten liggen om de bloedvaten heen
2. de endotheelcellen van de bloedvaten zijn aan elkaar vast gemaakt door tight-junctions

Slide 13 - Tekstslide

Wit = myeline
Grijs = cellichamen

Slide 14 - Tekstslide

reflexen
Vaste, onbewuste, snelle reactie van het lichaam op een prikkel.

In eerste instantie buiten de grote hersenen (bewustzijn) om.

pupilreflex, dreigreflex, slikreflex, niesreflex, speekselreflex
spierreflex, houding   bv    kniepeesreflex

Slide 15 - Tekstslide

Let op, reflex eerst, later bewustwording.

Slide 16 - Tekstslide