Periode 2, week 4 jaar 2022

6 VWO Goede tijden, slechte tijden
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

6 VWO Goede tijden, slechte tijden

Slide 1 - Tekstslide

programma
Centrale Bank (ECB, DNB)

Taken en instrumenten van de CB (Centrale Bank)

Monetair beleid (geld beleid: geldhoeveelheid, rente en toezicht)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze periode
  • verklaren waarom de economie groeit en krimpt
  • overzicht van manieren om in te grijpen in de economie (bijvoorbeeld om groei te stimuleren of af te remmen)
  • rente,  belastingen, investeren

Slide 4 - Tekstslide

De conjunctuur: schommelingen in de groei van reeel BBP rondom de trend

Slide 5 - Tekstslide

centrale bank
  • centrale bank is niet overheid
  • zorgt voor goed betalingsverkeer
  • bank der banken
  • taken: prijsstabiliteit en/of stimuleren economische groei
  • ECB: alleen prijsstabiliteit (inflatie rond 2%)
  • DNB is het Nederlandse filiaal van de ECB

Slide 6 - Tekstslide

teken in het marktmodel
(prijsveranderingen)
1. het ontstaan van inflatie als gevolg van vraagverandering
2. het ontstaan van inflatie als gevolg van aanbodverandering
3. het ontstaan van deflatie als gevolg van vraagverandering

(3 minuten)


Slide 7 - Tekstslide

Schommelingen in de economie
Laagconjunctuur en hoogconjunctuur >> prijzen

Centrale bank kan ingrijpen bij inflatie/ deflatie: hoe?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
25 en 27

7 minuten

Slide 10 - Tekstslide

6 VWO Goede tijden, slechte tijden

Slide 11 - Tekstslide

programma
Centrale Bank (ECB, DNB)

Taken en instrumenten van de CB (Centrale Bank)

Monetair beleid (geld beleid: geldhoeveelheid, rente en toezicht)

Slide 12 - Tekstslide

Wat is geld?
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Waardeopslagmiddel

(welke waarde vertegenwoordigt geld?)

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geld?
Muntgeld?
bankbiljetten?
geld op de bankrekening?
geld op de spaarrekening?
Google pay?
credit card?

let op: in handen van het publiek...

Slide 14 - Tekstslide

Geld (M)
totale geldhoeveelheid in handen publiek = M
chartaal geld (munten en bankbiljetten)
giraal geld (op de betaalrekeningen bij banken)

geldscheppende instellingen zijn: overheid, centrale bank en private banken

Slide 15 - Tekstslide

Hoe geldscheppen?
kredietverlening (beperkt door liquiditeitseisen, zie opgave 30)
transformatie (spaardeposito, beleggingsrekening >> betaalrekening)

Slide 16 - Tekstslide

maken 
28 en 29

Slide 17 - Tekstslide

6 VWO Goede tijden, slechte tijden

Slide 18 - Tekstslide

programma
Centrale Bank (ECB, DNB)

Taken en instrumenten van de CB (Centrale Bank)

Monetair beleid (geld beleid: geldhoeveelheid, rente en toezicht)

Slide 19 - Tekstslide

Rente (omhoog of omlaag)
Refi rente (refinancieringsrente)
rente waarvoor banken geld lenen bij de CB

(werkt alleen als de banken krapper bij kas zitten)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

theorie versus praktijk bij negatieve rente

Slide 24 - Tekstslide

aan de slag
31 en 32

Slide 25 - Tekstslide

Samen 
33

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

maken
34 (in duo's) en 35 (samen)

Slide 28 - Tekstslide

verder zelf bestuderen!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

slot
Wat geleerd?



Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

verrijkingsopdracht 1
tijd over? integratieopdracht

Slide 33 - Tekstslide