15/4: samenstellingen 1

Welkom!
Pak alvast: boeken Kern en laptop
Laptops blijven dicht

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast: boeken Kern en laptop
Laptops blijven dicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Samenstellingen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les
... weet je hoe je samenstellingen schrijft;
... kan je correcte samenstellingen maken en foute verbeteren;
... kan je bijzonderheden uitleggen in de schrijfwijze van samenstellingen.

Slide 3 - Tekstslide

Even opfrissen
Een paar vragen via LessonUp.app

Slide 4 - Tekstslide

Uit hoeveel woorden bestaat een samenstelling minimaal?

Slide 5 - Open vraag

Welke tussenklanken kunnen voorkomen in samenstellingen?

Slide 6 - Open vraag

Je gebruikt dagelijks meer samenstellingen dan je denkt. Kijk om je heen: welke dingen hebben namen die samenstellingen zijn? Probeer er in 1 minuut zoveel mogelijk op te schrijven!

Slide 7 - Open vraag

Soms zie je ook een streepje in een samengesteld woord staan. Waarvoor dient dit volgens jou?

Slide 8 - Open vraag

Aan de slag
  • Meedoen met klassikale uitleg
  • Zelf stil theorie lezen: 6 Samenstellingen, Hb. blz. 198-200 
  • In stilte maken: opdracht 2 t/m 7, oefenboek blz. 118-119
  • Klaar? Nakijken met antwoorden classroom
  • Ook daarmee klaar? Keuze uit: (1) opdracht 9, (2) Drillsteroefeningen online methode, (3) extra oefenen met oefenbladen classroom

Slide 9 - Tekstslide

Samenstellingen
  • koffiezetapparaat, telefoonoplader, glazenwasser
  • Hoofdregel: één persoon, dier, ding of begrip schrijf je als één woord.

Slide 10 - Tekstslide

Aaneenschrijven
  • Een klemtoon: koektrommel
  • (afleidingen van) werkwoorden: tafeltennissen, uitschieter 
  • Bijwoorden [er, hier, daar en waar] + voorzetsels: eroverheen 
  • Engelse leenwoorden: displayfunctie 
  • Eigennamen: TikTokdansje

Slide 11 - Tekstslide

Spaties
  • Eigennamen met spaties: Albert Heijnfiliaal, Anne Frankhuis
  • Afhankelijk van betekenis:
    De opkomst van de partij is veelbelovend.
    Er is storm op komst.

Slide 12 - Tekstslide

Tussenklank: -s
  • Als je een -s hoort, dan schrijf je die ook:
    machtsvertoon, passagierslijst
  • Soms begint het tweede deel met een s-klank
  • Test: vervang het rechterdeel door een woord dat niet met een s-klank begint.
    Schrijf de -s alleen als je hem bij de vervanging hoort:
  • stad....trand

Slide 13 - Tekstslide

Tussenklank: -en
  • Linkerdeel is een zelfstandig naamwoord dat alleen een meervoud op -en:
  • berenkuil, lampenkap, muizenval 

Slide 14 - Tekstslide

Tussenklank: -e
  • Linkerdeel heeft geen meervoudroggebrood, rijstepap
  • Linkerdeel verwijst naar iets waar er maar één van iszonnestraal
  • Linkerdeel heeft (ook) een meervoud op -s:
    aspergesoep of aspergensoep? ziektekiem of ziektenkiem?
  • Linkerdeel is geen zelfstandig naamwoord: blindedarm, huilebalk
  • Linkerdeel versterkt een bijvoeglijk naamwoord: boordevol, beresterk

Slide 15 - Tekstslide

Tussenklank: -er
  • Linkerdeel heeft meervoud op –eren:
  • eierdop
  • runderlap

Slide 16 - Tekstslide

Koppelteken
  • Als klinkers ‘botsen’: twee-eiig, na-apen 
  • Bij 'gelijkwaardige' combinaties: zwart-witfoto
  • Tussen woorden van een vaste woordgroep, wanneer die samen één begrip vormen: staakt-het-vuren
  • Bij aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan: Vlaams-Brabant, Vlaams-Brabander

Slide 17 - Tekstslide

Koppelteken: waarom?
  • vwo-leerling
  • maar ook havoleerling
  • Na afkortingen, letters, cijfers, en speciale tekens: NS-personeel, 33-jarige, vwo-leerling
  • Geen koppelteken als je de afkorting als één woord uitspreekt: arbodienst, havoleerling

Slide 18 - Tekstslide

Koppelteken: waarom?
  • assistent-trainer
  • bijna-doodervaring
  • ex-collega
  • oud-leerling
  • Na de voorvoegsels: adjunct, aspirant, assistent, bijna, collega, ex, interim, kandidaat, leerling, meester, niet, non, oud, sint, substituut

Slide 19 - Tekstslide

Koppelteken: waarom?
  • oer-Hollands
  • nep-Rolex
  • on-Engels
  • Bij samenstellingen waarin het volgende deel begint met een hoofdletter

Slide 20 - Tekstslide

Koppelteken: waarom?
  • haute-couturecollectie
  • to-dolijstje
  • nasi-gorengrecept
  • out-of-the-boxdenken
  • Tussen anderstalige woorden die normaal los geschreven worden

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maken opdracht 2 t/m 7, oefenboek blz. 118-119
  • Klaar? Nakijken met antwoorden classroom
  • Ook daarmee klaar? Keuze uit: (1) opdracht 9, (2) Drillsteroefeningen online methode, (3) extra oefenen met oefenbladen classroom

Slide 22 - Tekstslide

Even checken: welke regel?
  • Waarom 'apetrots' en niet 'apentrots'?
  • Dorpstraat of dorpsstraat? 

Slide 23 - Tekstslide

Vooruitblik
Morgen verder met opdracht 2 t/m 7

Slide 24 - Tekstslide