V3 Genetica les 2: mitose en meiose

Bouwstenen
Molecuul
Eiwit
RNA
DNA
Nucleotiden ATGC
Nucleotiden AUGC
Aminozuren
1 / 43
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Bouwstenen
Molecuul
Eiwit
RNA
DNA
Nucleotiden ATGC
Nucleotiden AUGC
Aminozuren

Slide 1 - Sleepvraag

Kies telkens twee woorden, die passend zijn bij de zin. 
1. DNA is een soort :

2. A, T C, & G Zijn voorbeelden van

3. Deze letters vormen: 

4. De letter C gaat altijd samen met:

5.  De letter T gaat altijd samen met: 
Basen
Codetaal
Basenparen
Letter G
Letter A

Slide 2 - Sleepvraag

Sleep de juiste basen in het DNA molecuul
A
T
A
C
C
G

Slide 3 - Sleepvraag

Begrippen
Chromosoom, chromatide, centromeer

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Celcyclus
In welk deel van de celcyclus vindt DNA replicatie plaats?

Slide 6 - Tekstslide

Controle celdeling
De normale celdeling staat onder controle van regelgenen. Die regelgenen coderen voor regel-eiwitten.

Eiwitten die de celdeling stimuleren
-> proto-oncogenen
Eiwitten die de celdeling remmen
-> tumorsuppressorgenen p53

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

cytokinese = celdeling

Slide 13 - Tekstslide

Reductiedeling
  • Meiose
  • Wat betekend reductie?
  • Meiose gebeurd bij geslachtscellen
  • Waarom hebben geslachtscellen 23 chromosomen?

Slide 14 - Tekstslide

Meiose

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Meiose

Slide 17 - Tekstslide

2n (diploid) of n (haploid)?

Slide 18 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 19 - Tekstslide

Mitose
Meiose

Slide 20 - Sleepvraag

Mitose
Meiose
evenveel chromosomen
helft chromosomen
gewone celdeling
reductiedeling
gebeurt in eierstokken/
teelballen
gebeurt in lichaamscellen

Slide 21 - Sleepvraag


A
23
B
46
C
92

Slide 22 - Quizvraag


A
meioses
B
mitoses
C
dat kan je niet weten

Slide 23 - Quizvraag

Hier zie je twee cellen weergegeven
die door celdeling zijn ontstaan
uit een behandelde eicel.
Hoe heet zo’n celdeling?
A
mitose
B
meiose
C
dat kan je niet weten

Slide 24 - Quizvraag

Het eindproduct is diploïd (2n).
A
mitose
B
meiose
C
mitose en meiose

Slide 25 - Quizvraag

Meiose of mitose?
A
mitose
B
meiose
C
beide kan

Slide 26 - Quizvraag

In welke deling worden gerepliceerde chromosomen uit elkaar getrokken?
A
Mitose
B
Meiose
C
Zowel mitose als meiose
D
In beide niet

Slide 27 - Quizvraag

In welke deling ontstaan cellen die verschillen qua erfelijk materiaal?
A
Mitose
B
Meiose
C
Zowel mitose als meiose
D
In beide niet

Slide 28 - Quizvraag

Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose
C
Mitose en meiose

Slide 29 - Quizvraag

Geeft de grafiek mitose of meiose aan? Leg uit hoe je dit zien in de grafiek?

Slide 30 - Open vraag

Mitose
Meiose II

Slide 31 - Sleepvraag

Zaadcelmoedercel ontstaan 4 zaadcellen. Twee hebben een chromosoom te weinig en twee een chromosoom teveel. Tijdens de kerndeling is een chromosoom naar de verkeerde pool getrokken. Tijdens welke fase kan dit gebeurd zijn?
A
Tijdens de interfase
B
Tijdens een mitose
C
Tijdens meiose 1
D
Tijdens meiose 2

Slide 32 - Quizvraag

Je ziet enkele stappen uit de mitose. Zet deze stappen in de juiste volgorde
1
5
4
3
2
6
De chromosomen worden uit elkaar getrokken
De cel groeit uit tot het oorspronkelijke formaat
Chromosomen worden zichtbaar
De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen
Er ontstaan 2 cellen
Chromosomen worden gerepliceerd

Slide 33 - Sleepvraag

Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde
PRO
FASE
TELO
FASE
ANA
FASE
META
FASE

Slide 34 - Sleepvraag

Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose

Slide 35 - Quizvraag

Ontstaan van kanker
  • Proto-oncogenen: coderen voor eiwitten die celgroei en de celdifferentiatie stimuleren 
  • Door mutatie of toename van genexpressie verandert proto-oncogen in een oncogen
  • Leidt tot abnormaal snel groeien en delen van de cel: het gaspedaal is stuk en de deling gaat sneller

Slide 36 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van de celcyclus?
A
Celdeling – chromosomen kopiëren – twee kernen ontstaan – plasmagroei.
B
Chromosomen kopiëren – twee kernen ontstaan – celdeling – plasmagroei.
C
Plasmagroei – twee kernen ontstaan – celdeling – chromosomen kopiëren.
D
Twee kernen ontstaan – chromosomen kopiëren – plasmagroei – celdeling.

Slide 37 - Quizvraag

Weergave van de hoeveelheid
DNA in een cel tijdens de
celcyclus.
Welke nummer moet de G2-fase
voorstellen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van celcyclus?
A
G1 - G2 - S - M
B
S - G1 - G2 - M
C
G1 - S - G2 - M
D
M - S - G2 - G1

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Link

Slide 42 - Tekstslide