In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
D2 L14_Literatuur vertelperspectief
Slide 1 - Tekstslide
Bekijk de afbeeldingen
wb
Slide 2 - Tekstslide
overeenkomst
Slide 3 - Woordweb
verschil
Slide 4 - Woordweb
effect?
Slide 5 - Tekstslide
filmfragment
Death Poets Society
Slide 6 - Tekstslide
doel?
Slide 7 - Woordweb
gelijkenissen afbeeldingen
Slide 8 - Woordweb
George en Rita
Leen Dendievel
Slide 9 - Tekstslide
vertelperspectief
= het standpunt waaruit de verteller het verhaal vertelt
Slide 10 - Tekstslide
opdr 16
Slide 11 - Tekstslide
andere personages
Slide 12 - Woordweb
Is de informatie die we te weten komen als lezer...?
A
objectief
B
subjectief
Slide 13 - Quizvraag
opdr 17
Slide 14 - Tekstslide
vertelperspectief
ik-verteller
Je ziet alles door de ogen van de ik-persoon. Hierdoor leer je de ik-persoon goed kennen.
vertellende ik
belevende ik
De vertellende ik vertelt het verhaal achteraf.
De belevende ik beleeft alles op dit moment.
Slide 15 - Tekstslide
opdr 19
Slide 16 - Tekstslide
Wie vertelt het verhaal?
Slide 17 - Woordweb
Doet de verteller mee aan het verhaal als personage?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quizvraag
opdr 20 ik-verteller?
Slide 19 - Tekstslide
In welke versie kan je jezelf het beste inleven?
hij-verteller
ik-verteller
Slide 20 - Poll
vertelperspectief
hij-verteller
personele hij
Je volgt het verhaal door de ogen van één persoon.
Slide 21 - Tekstslide
opdr 21
Slide 22 - Tekstslide
opdr 22
Slide 23 - Tekstslide
vertelperspectief
hij-verteller
personele hij
alwetende hij
Je volgt het verhaal door de ogen van één persoon.
Je weet van meerdere personages wat ze denken en voelen, omdat de verteller inzicht heeft in alle personages. De verteller kent het verleden en de toekomst.