- maten/temperatuur/gewicht/bedragen en percentages
- tijdstippen/data/jaartallen
- hoofdstukken paragrafen/groepen
- leeftijden
Slide 18 - Tekstslide
Wat is goed en wat is fout?
Sleep naar de juiste kolom.
Goed
Fout
vijf kinderen
twee november
5 kinderen
2 november
4 mavo
Vier mavo
Slide 19 - Sleepvraag
Formuleren
A: omdat of doordat
B: een aantal bezoekers vindt/vinden
C: die of dat
D: sommige of sommigen
E: u of uw - jou of jouw
F: hun/hen/zij
Slide 20 - Tekstslide
Verbeter de zin: Bij het tv-programma ‘The masked singer’ zingt elke artiest een nummer en wordt gepresenteerd door Ruben Nicolai.
Slide 21 - Open vraag
A. Omdat of doordat
Slide 22 - Tekstslide
Stellingen:
I. Doordat geeft alleen een reden aan II. Omdat kan zowel een oorzaak als een reden aangeven
A
Alleen stelling I is goed
B
Alleen stelling II is goed
C
Stelling I en II zijn fout
D
Stelling I en II zijn goed
Slide 23 - Quizvraag
B: Een aantal bezoekers vindt/vinden
Slide 24 - Tekstslide
Wat is goed?
Een aantal jongeren ...... dat leuk.
A
vinden
B
vindt
Slide 25 - Quizvraag
C. Die of dat
Slide 26 - Tekstslide
Zet die of dat ervoor: - de jongen ..... (die/dat) - het meisje ..... (die/dat) - de schoolvriendinnen .... (die/dat) - het grote geheim .... (die/dat)
Slide 27 - Open vraag
D. Sommige of sommigen/ alle of allen / beide of beiden
Dus...
+n (allen):
1. verwijzing naar eerder genoemd persoon / iedereen
(alle):
1. voor het znw / terug naar een eerder genoemd woord maar geen persoon