Formuleren deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Planning vandaag 

- Huiswerk nakijken

- Verwijswoorden

- Zelfstandig werken 

Huiswerk nakijken 

Opdracht 3

1 die woning

2 dit uitstel

3 dat onderzoek

4 deze kalender

5 deze kwestie

6 dat verslag

7 dat programma

8 deze activiteit

Huiswerk nakijken 

Opdracht 4

Huiswerk nakijken

Opdracht 5

1 Al die postpakketten worden vandaag nog met dit bestelbusje bezorgd.

2 Ken jij dat meisje met dat punkkapsel?

3 Deze huisarts werkt sinds kort in dit gezondheidscentrum.

4 De broers Mart en Wim zijn de derde generatie in dit familiebedrijf.

5 Heb jij dat krantenartikel over de verkeersveiligheid rond scholen gelezen?

6 Dit auto-onderdeel haalt de garage tweedehands bij die autosloperij.

Formuleren 

- Volledige zinnen

- Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig

- Verwijswoorden

- Trappen van vergelijking

Verwijswoorden 

Verwijswoorden wijzen meestal terug naar een woord dat eerder is genoemd. 

Bedankt voor het mooie cadeau. Dat (--> cadeau) wilde ik graag hebben. 

Rob kocht een nieuwe kano, die (-->kano) hij op internet had gezien). 

aantekening

Welke is goed?  

1) De jongen die daar loopt leest vaak.

2) De jongen dat daar loopt, leest vaak.

Het ezelsbruggetje

Deze en die verwijzen naar de-woorden.

Dit en dat verwijzen naar het-woorden.

aantekening

Even samen oefenen

Bladzijde 222 opdracht 1

Huiswerk 

Bladzijde 222 opdracht 2 t/m 7