Adverbs vs adjectives

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t, havo
• Leerjaar 2

Adverb

Adjective

bijvoeglijk naamwoord 

bijwoord

Adverb

Adjective

bijvoeglijk naamwoord 

bijwoord

zegt iets over een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over een zelfstandig nw

adjectives

Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

A nice car

A beautiful  house

Bijvoegelijk naamwoord

Wanneer? Om te omschrijven hoe iets is. 

Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

He is a nice guy.

That is a beautiful car.

Bijwoorden

Wanneer? Om te zeggen HOE iets gebeurd.

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord , hele zin of ander bijwoord.

Vorm: bijvoeglijk naamwoord + ly

Voorbeelden

I ____________ (sudden) woke up. (werkwoord)

She is ____________ (extreme) happy. (bijvoeglijk naamwoord)

Tom writes __________ (real) quickly. (bijwoord)

Adjectives

Bijvoeglijk naamwoorden

Vorm: Ze hebben een eigen vorm, dus GEEN vervoegingen.

Example:

Bob is a careful driver. 

This flower is real.  

Adverbs

Bijwoorden

Vorm: -ly achter een bijvoeglijk naamwoord zetten. 

Example:

Mandy drives carefully.

That is really kind of you.  

Wat is de relatie van de woorden perfect en perfectly met de rest van de zin?

That’s a perfect answer.

She sang perfectly.

Perfect zegt iets over het antwoord (=answer)

Perfectly zegt iets over het zingen (= to sing, sang, sung)

Perfect

That's a perfect answer.

Perfect is een bijvoeglijk naamwoord; het zegt iets over mensen, dieren of dingen. 

Perfectly

She sang perfectly. 

Perfectly is een bijwoord; het zegt iets over een werkwoord of over een bijvoeglijk naamwoord. 

Translate these two sentences

Hij zong heel mooi.

Hij zong een heel mooi lied.

Translate these two sentences

He sang very beautifully.

He sang a very beautiful song.

Adverbs

Adjectives

Adverb or Adjective?

Magnificent

Heroic

Sadly

Amazingly

Horrible

Terribly

The garden is .....

1. beautifully
2. beautiful

It rains ...

1. Terrible
2. Terribly

The concert is .....

1. terribly
2. terrible

Luigi speaks English...

1. fluently
2. fluent

She put her glasses down ...

1. careful
2. carefully

The door _____ opens

She is wearing a ______ dress.

The car ______ drives up the hill

He sings ________

It is ________ one o'clock

automatically

beautifully

slowly

beautiful

exactly

Adjectives vs Adverbs

She is a ........................ (beautiful) dancer.

1. beautifully
2. beautiful

He gets angry very ........................ (easy)

1. easy
2. easily
3. easly

I like reading ....................... (romantic) novels.

1. romantically
2. romantic

The soup tastes ............ (delicious)

1. delicious
2. deliciously

They worked ................... (hard) in the garden.

1. hard
2. hardly

They sounded .......................... (happy)

1. happily
2. happy

Vul in het bijwoord
We are _________ (extreme) smart.

1. extreme
2. extremly
3. extremely
4. extremaly

Hoe maak je van het volgende woord een bijwoord: Easy

Hoe maak je van het volgende woord een bijwoord: basic

Let op:

Eindigend op y --> Y weg en dan ily

Het bijwoord van good --> well 

Bijwoord zegt wat over een werkwoord, ander bijwoord, bijvoegelijk naamwoord of hele zin