Les 11 - Begrijpelijk formuleren 2

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik: schrijf op!
Op welke niveaus kun je je stijl beïnvloeden?
Wat zijn statische werkwoorden?
Wat is de kern van een zin?
Wat is de 'naamwoordstijl'?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Kern bij elkaar

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de kern van een zin?

Slide 6 - Open vraag

Programma
Begrijpelijk formuleren (7 min)
Quiz ( 7 min)
Invullen formulier resultaten 1e periode (12 min)
Werkfase (15 min)


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een tangconstructie?
A
Een vraag zonder onderwerp.
B
Een korte, duidelijke zin.
C
Een ingewikkelde zinsstructuur.
D
Een opsomming van woorden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'kern bij elkaar'?
A
Onlogische zinsvolgorde.
B
Zinnen met te veel bijwoorden.
C
Zinnen zonder werkwoorden.
D
Belangrijke delen van de zin bij elkaar.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een tangconstructie?
A
Zinnen met lange uitleg tussen woorden die bij elkaar horen.
B
Zinnen die bij elkaar horen via lange uitleg.
C
Woorden die worden verbonden door lange uitleg.
D
Het is belangrijk om goed te communiceren.

Slide 13 - Quizvraag

5. Een tangconstructie is zeer onoverzichtelijk omdat delen van een zin die bij elkaar horen, uit elkaar worden gehaald.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin bevat GEEN tangconstructie?
A
Mijn broer, die van gamen houdt, heeft een nieuw spel gekocht.
B
Hij draaide zich, terwijl hij zijn naam hoorde, om en lachte.
C
De koning gaf mij, terwijl ik ziek was, een hand.
D
Ik draaide me om en keek naar mijn klasgenoot achter mij.

Slide 15 - Quizvraag

Welke fout zit er in de zin: Volgend jaar zal er een uitbreiding van de fabriek plaatsvinden.

A
Tangconstructie
B
Naamwoordstijl
C
Lijdende vorm
D
Kern bij elkaar

Slide 16 - Quizvraag

Welke fout zit in er de zin: De niet aan het RIVM verbonden, bekende viroloog Ab Osterhaus is een expert op het gebied van ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens.
A
Tangconstructie
B
Naamwoordstijl
C
Lijdende vorm
D
Kern bij elkaar

Slide 17 - Quizvraag

Welke fout zit er in de zin: Morgen wordt de naam van de winnaar bekendgemaakt door de minister.
A
Tangconstructie
B
Naamwoordstijl
C
Lijdende vorm
D
Kern bij elkaar

Slide 18 - Quizvraag

De docent heeft de actieve en passieve vorm uitgelegd.
De zin staat in de ... vorm.
A
Actieve
B
Passieve

Slide 19 - Quizvraag

Waarom wordt in deze zin de passieve vorm gebruikt?
De schuur werd vernield door een omgevallen boom.
A
De handeling wordt benadrukt.
B
Het handelend voorwerp is geen levend wezen.
C
De handelende persoon is niet bekend of wil je niet noemen.
D
Variatie in de zinsbouw

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de lijdende vorm van de zin?
A
De voorstelling filmt een cameraman.
B
Een cameraman heeft de voorstelling gefilmd.
C
De voorstelling wordt door een cameraman gefilmd.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe maak je een lijdende vorm?
A
Je maakt van het onderwerp een lijdend voorwerp
B
Je maakt van het meewerkend voorwerp een lijdend voorwerp
C
Je zet de bijwoordelijke bepaling achteraan
D
Je maakt van het lijdend voorwerp het onderwerp

Slide 22 - Quizvraag

Werkfase
Maak de opdrachten over begrijpelijk formuleren
Kies er een

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide