Begrijpelijk formuleren Kern Hoofdstuk 11 Havo4

Begrijpelijk formuleren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Begrijpelijk formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Begrijpelijk formuleren. Let op: 
1. Maak de zinnen niet te lang;
2, Zet de kern van de zin bij elkaar;
3. Vermijd de "tangconstructie";
4. Vermijd het gebruik van de lijdende vorm;
5. Vermijd (onnodig) lastige woorden;
6. Vermijd het gebruik van naamwoordstijl. 

Slide 2 - Tekstslide

Zet de kern van de zin bij elkaar
De kern van een zin bestaat uit het onderwerp en het gezegde
De lezer zoekt (onbewust) altijd naar de kern van de zin. Zorg dus dat de kern van de zin vooraan staat en dat de kern bij elkaar staat. 

Slide 3 - Tekstslide

Tangconstructie
In een tangconstructie zijn woorden die bij elkaar horen, gescheiden door een lange uitleg. 
Bijvoorbeeld: Sommige mensen durven een jurk die ze op internet hebben gekocht, nadat ze hem gedragen hebben op een feestje, zonder blikken of blozen terug te sturen naar de winkel.
Beter is: 
Sommige mensen kopen een dure jurk op internet, dragen hem op een feestje en durven hem daarna zonder blikken of blozen terug te sturen naar de winkel. 

Slide 4 - Tekstslide

Lijdende vorm
In een actieve zin is meteen duidelijk wie de handeling verricht: Bijvoorbeeld: Door de hele stad werd vlaggen opgehangen. 
In een passieve zin, of lijdende vorm, wordt niet genoemd wie de handeling verricht. 
Vermijd een passieve vorm wanneer er wel een handelend onderwerp mogelijk is. 

Slide 5 - Tekstslide

Nuttige passieve vorm: 
Om accent te verleggen in een zin
Wanneer het onderwerp onbekend of irrelevant is
Wanneer de zin onduidelijk is

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
‘Deze bloedspannende thriller is geschreven door Edward Hendriks.’

Het vuilnis wordt op dinsdagochtend opgehaald. 

Slide 7 - Tekstslide

Vermijd (onnodig) lastige woorden
In het Nederlands kan je eindeloos veel samenstellingen maken. Dat is grammaticaal niet verkeerd, maar het leest niet altijd prettig.
Bijvoorbeeld: banketbakkersbenodighedenimporteur.
Je kunt ook beter gangbare woorden gebruiken, in plaats van een moeilijker synoniem.
Bijvoorbeeld: gebruik 'maar' in plaats van 'echter', 'verminderen' in plaats van 'reduceren' enz

Slide 8 - Tekstslide

Vermijd de naamwoordstijl
Bij de naamwoordstijl maak je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord, met een lidwoord ervoor. 
Bijvoorbeeld: Het lezen van boeken is een gewoonte die veel scholieren achterwegen laten. 
Beter is: Veel scholieren lezen geen boeken meer. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zegt de koning? Troonrede 2020
  • Perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag.
  • Goede mobiliteit schraagt de economie.

Slide 10 - Tekstslide

"Perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag."

Herschrijf deze tekst eens in begrijpelijk (correct) algemeen Nederlands.

Slide 11 - Open vraag

Antwoorden 1
  • Perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag.
  • We moeten nu al kijken naar de toekomst. Dat is de boodschap die jongeren meegeven aan volwassenen.

Slide 12 - Tekstslide

Goede mobiliteit schraagt de economie. Herschrijf deze tekst eens in begrijpelijk (correct) algemeen Nederlands.

Slide 13 - Open vraag

Antwoorden 2
  • Goede mobiliteit schraagt de economie. 
  • Het verkeer moet makkelijk van A naar B kunnen. Dat is goed voor onze economie.

Slide 14 - Tekstslide

Contaminaties

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de contaminatie?
De conrector zou dat even nachecken.

Slide 16 - Open vraag

Benoem de contaminatie.
We zullen de wond goed moeten ontreinigen.

Slide 17 - Open vraag

Benoem de contaminatie. Zijn vader vond dat jij je eigen boontjes moest regelen.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

lijdende vorm Kern online
Wanneer is de lijdende vorm nuttig? 

Slide 20 - Tekstslide

DO THE TRUMP (opdr. 12, p. 69)
Verzet je tegen een specifiek ontbijtartikel of een ander minderwaardig culinair product.
Verzet je tegen een schoolvak (geen personen!)
Verzet je tegen de weersgesteldheid of de weersverwachting (geen klimaat/ klimaatactivisme).

MAANDAG SPEECHES!!

Slide 21 - Tekstslide