Het werkwoord "lopen" spel je
ALTIJD goed.
Als je niet weet hoe je een werkwoord spelt, dan vervang je dit in gedachte door het werkwoord : lopen. Hoor je bij het werkwoord lopen een t, dan schrijf je dit ook bij het andere werkwoord.
"Deze regel werkt ALTIJD bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd! "