In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Herhaling hart- en bloedvatenstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van het hart- en bloedvatenstelsel?
Slide 2 - Woordweb
Anna is een dame van 87 jaar die nog elke dag gaat wandelen. Ook zorgt ze veel voor haar kleinkinderen. Samen met hen bakt ze graag taart. Wanneer ze alleen is kan ze niet stilzitten. Dan neemt ze haar hometrainer en fietst. Wat zijn Anna haar activiteiten?
Slide 3 - Open vraag
Wanneer ben je volledig afhankelijk van zorg?
A
PDL
B
ADL
C
GDL
D
KDL
Slide 4 - Quizvraag
In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven.
Sleep de onderdelen naar het hart.
Boezem
Hartklep
Aorta
Kamer
Slide 5 - Sleepvraag
Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Elastische, gespierde wand
Microscopisch klein
Vervoeren zuurstofarm bloed
Vervoert zuurstofrijk bloed
Heeft kleppen
bevinden zich tussen een slagader en ader
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is de fysiologie van het lichaam?
A
De bouw van het lichaam
B
De werking van het lichaam
C
De ziekteleer van het lichaam
Slide 7 - Quizvraag
Het hart is een holle spier die door samen te trekken bloed door het lichaam pompt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Het hart van een volwassene weegt ongeveer 300g en is zo groot als een vuist.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat zag je op de vorige afbeelding?
A
Varices
B
Haarvaten
C
Spataders
D
Kransslagaders
Slide 11 - Quizvraag
Wat werkt er niet meer goed als je spataders hebt?
Slide 12 - Woordweb
FAST methode
F
A
S
T
Vraag aan de persoon om te lachen of de tanden te laten zien. Als de mond scheef staat of een mondhoek naar beneden hangt, kan dit duiden op een beroerte.
Vraag aan de persoon om beide armen op te tillen en voor zich uit te strekken met de binnenzijde van de hand naar boven. Als een arm wegzakt of rondzwalkt kan dit duiden op een beroerte.
Vraag aan de persoon of aan omstanders of er verandering in het spreken zijn opgetreden. Als de persoon onduidelijk begon te spreken of niet meer uit de woorden kon komen, kan dit duiden op een beroerte.
Het is belangrijk om bij één of meer signalen zoals hierboven beschreven, de tijd van aanvang van de verschijnselen te onthouden en door te geven aan de huisarts of aan 112. dit is van belang voor de behandeling.
Slide 13 - Sleepvraag
Kan iemand als gevolg van een trombose een herseninfarct hebben?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Trombose
= als de doorgang van een bloedvat VOLLEDIG is afgesloten.
Dit kan dus ook zorgen voor een stroke.
(beroerte of herseninfarct)
Slide 16 - Tekstslide
Bij een hartinfarct is er een plaatselijk zuurstofgebrek ter hoogte van de ...
A
Aorta
B
Kransslagader(s)
C
Longslagader
D
Onderste holle ader
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Welke symptomen heeft iemand bij een hartinfarct?
Slide 19 - Open vraag
Symptomen bij een hartinfarct:
- Pijn achter het borstbeen (uitstraling naar schouders, hals en LINKERarm).
- Pijn komt zonder inspanning.
- Ademnood, bleek zien, koud zweet.
- Bleke verkleuring van nagels en lippen.
- Onrust, misselijkheid en braken.
Slide 20 - Tekstslide
Wat doe je als verzorgende bij iemand die een hartinfarct heeft?
Slide 21 - Open vraag
Verzorgend handelen bij een hartinfarct:
- Alarmeer de hulpdiensten!
- Laat de ZV rusten.
- Geen inspanningen meer laten doen.
- Halfzittende houding in bed of zetel.
Vitale functies controleren (AH, bewustzijn en hartslag).
Slide 22 - Tekstslide
Bij hypotensie is de bloeddruk lager dan ...
A
100/60 mmHg
B
140/90 mmHg
C
120/80 mmHg
D
110/70 mmHg
Slide 23 - Quizvraag
Is een stroke hetzelfde als een beroerte en een herseninfarct?