A4 kua laatste les (samenvattingen) Hfdst 2

A 4
Kunst Algemeen
Cultuur van de Kerk
Samenvatting 1,2 ,3,4 en 5
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

A 4
Kunst Algemeen
Cultuur van de Kerk
Samenvatting 1,2 ,3,4 en 5

Slide 1 - Tekstslide

Cultuur van de Kerk
leerdoelen


Inleiding

  • Ik begrijp wat wordt bedoeld met een Passie spel.
    Lijdensverhaal Christus. Duurde soms enkele dagen. 
  • Ik weet waar de macht lag rond het jaar 1000.
    Bij de adel. Katholieke Kerk was ook heel belangrijk.
  • Ik weet waarmee de katholieke kerk zich bezighield.
    Kloosters stichten, passiespelen.
  • Ik weet waarvoor kunst werd gebruikt.
    Religie toegankelijker maken. 

Slide 2 - Tekstslide

Cultuur van de kerk
Kloosters 2.1
2.1 Kloosters  

  • Ik weet wie Adalberon was en hoe hij in het jaar 1000 na Christus de sociale orde heeft ingedeeld.
    Bisschop van Laon. Er waren drie standen (oratores - bidders, bellatores - ridders, laboratores - werkers). 
  • Ik weet met welk doel de katholieke kerk deze afbeeldingen maakte (van het Laatste Oordeel en andere schrikbarende beeldhouwwerken).
    Angst oproepen voor Hel. Mensen leren hoe je je moet gedragen. Bijbel verduidelijken. 
  • Ik weet hoe de kerk haar geld verdiende.
    Aflaten, zelfvoorzienend. 
  • Ik herken de technieken van het reliëf, zoals de Timpanen die het Laatste Oordeel afbeelden.
    Verhoudingen kloppen niet, onderdeel van architectuur. Kleurgebruik is nu niet meer zichtbaar.
  • Ik kan aan de hand van een voorbeeld vertellen waarom een Reliek zo belangrijk is voor de kerk
    en vaak kostbaar wordt bewerkt met goud en edelstenen.
    Heilige Foy (zie boek). Jonge martelaar (werd verbrand door Romeinen) om Chr. geloof. Reliek is nu nog nodig om goedkeuring tot kerk te krijgen. Trekt ook veel bezoek.

Slide 3 - Tekstslide

                               

Noteer de belangrijkste begrippen (die met de blauwe stippellijn) 
en zoek erbij op wat ze betekenen. 

Deze staan in je begrippenlijst Hand-out.



                     



 
2.1 Kloosters
opdrachtje

Slide 4 - Tekstslide

2.1 Kloosters -- powerpoint
-Europa dunbevolkt / onherbergzaam
-Kloosters op hun zelf Zelfvoorzienend
-3 standen, Laboratores/Bellatores/Oratores
-Ontstaan algemeen geldende stijlkenmerken

Slide 5 - Tekstslide

2.1 Kloosters
  • Kerk en kunst 
  • Dag des oordeel
  • Vage vuur
  • Aflaten

Slide 6 - Tekstslide

Sainte-Foy, Conques, Frankrijk
Timpaan met Laatste oordeel

Verschil links en rechts

Onderdeel architectuur
Voorheen beschilderd

Slide 7 - Tekstslide

2.1 Kloosters
  • Timpaan 
  • Relief
  • Niet realistisch  
  • Verhoudingen kloppen niet 

Doel?
  • Boodschap overbrengen
  • Geen technische hoogstandjes

Slide 8 - Tekstslide

2.1 Kloosters
  • Heilige Reliek
  • Paus geeft officieel zijn zegen
  • Publiek trekkers 
  • Functie, dicht bij een heilige komen, geluk, tot god spreken 

Slide 9 - Tekstslide

Cultuur van de kerk
opdracht
Als we kijken naar de
Martinikerk hier in
Groningen,
wat weet je van deze
kerk?


Slide 10 - Tekstslide

Cultuur van de kerk
antwoord
Romaans-Gotische Stijl

Is vele malen veranderd
of uitgebouwd

Niet onderdeel geweest 
van Beeldenstorm


Slide 11 - Tekstslide

Kunst Algemeen
Cultuur van de Kerk
samenvatting deel 2

Slide 12 - Tekstslide

Cultuur van de kerk
Kloosters 2.1
2.1 Bid en Werk   


  • Ik kan uitleggen waar een klooster bij hoorde en welke was het belangrijkste?
    Benedictijnse klooster was belangrijkste. Orde met vaste regels. Kunst ging rond de kloosters.
  • Ik kan de betekenis van de term "Ora et Labora" verklaren.
    7 uur bidden, rest werken. Bv boeken kopieren in scriptorium.
  • Ik kan uitleggen hoe de ontwikkeling van kleurrijke miniaturen (illustraties) en versierde initialen (beginletters) heeft plaatsgevonden. 
    Om de zware teksten te verluchtigen. Meer structuur aanbrengen. 
  • Ik kan ten minste drie kenmerken noemen waaraan het gregoriaanse gezang kan worden herkend. = Eenstemmig gezongen melodielijn met een niet maatgebonden ritme. Syllabisch gezongen (elke lettergreep 1 noot). Melismatisch (extra nadruk op woord). 
  • Ik kan benoemen welke twee belangrijke ontwikkelingen de muzieknotatie in de middeleeuwen heeft doorgemaakt.
    Muzieknotatie met neumen. Gele en groene lijn. Later vier lijnen en muzieksleutel. 

Slide 13 - Tekstslide

2.1 Bid en werk
-Klooster Orders 
Orderregels 
  • Zelfstandig 
  • Voorschriften 
  • Gedrag regels 

Ora et Labora 
  • 7 uur bidden/meditatie 
  • Landwerk 
  • Schrijven
 

Slide 14 - Tekstslide

!!Afbeelding is veel later gemaakt!!

Slide 15 - Tekstslide

2.1 Bid en werk
Scriptorium: ruimte voor
  • Herschrijven 
  • Illustraties 
  • Versieren van initialen 
book of Kells - circa 800 n chr

Slide 16 - Tekstslide

2.1 Bid en werk
Ontwikkeling:
  • Persoonlijker 
  • Ilustraties komen op zich zelf te staan 
Eadwinus - Eadwine Psalter - 1170

Slide 17 - Tekstslide

2.1 Bid en werk
Mystiek 
  • Onmoeting met god 
  • Een wording met god 
Eadwinus - Eadwine Psalter - 1170
Quam Mirabilis - Hildergard Vond Bingen. 
  • Het mystieke moment waarin god voor het eerst De mens aankijkt en zichzelf aanshouwt als de kroon op zijn schepping. God beseft dat de mens het meest bijzondere en verheven deel van Zijn schepping is.

Slide 18 - Tekstslide

2.1 Bid en werk
Gregoriaanse muziek
  • Zang
  • één stemmig 
  • Syllabisch / Melismatisch 
  • Perfect voor de mystiek beleving 

Slide 19 - Tekstslide

2.1 Bid en werk
NIeuwe muziek notatie. 
  • Muziek balk
  • Doorontwikkeld
  • Delen van muziek  
 

Slide 20 - Tekstslide

Deze twee illustraties zijn ruim tweehonderd jaar na elkaar gemaakt. In de tussenliggende periode heeft de beeldende kunst zich verder ontwikkeld. Wat zijn de verschillen?
perspectief, ruimtegebruik en verhoudingen.

Slide 21 - Tekstslide

Kunst Algemeen
Cultuur van de Kerk
samenvatting 3

Slide 22 - Tekstslide

Cultuur van de kerk
Kathedralen 2.2
Kathedralen 

Slide 23 - Tekstslide

Cultuur van de kerk
Kloosters 2.1
2.2 Kathedralen

  • Ik kan uitleggen wat de rol was van de kerk voor de burgers, na de 13e eeuw.
    Volk neemt deel aan erediensten, Kerk wil geloof overbrengen op volk. Gotische ramen in de kerk zorgen voor Goddelijk licht op de kerkdiensten. 


Slide 24 - Tekstslide

2.2 Kathedralen
Gotiek 
  • Geloof moet aansprekender  
  • Licht
  • Het goddelijke moet  
    zichtbaar zijn in het licht.
  • Nieuwe technieken
    maakte dit mogelijk

Slide 25 - Tekstslide

2.2 Kathedralen
Het nieuwe gedachte goed (later de Gotiek genoemd): 

Licht is de bron van alle zichtbare schoonheid. 
En licht komt van God:

Schoonheid (licht) werd gezien als hulpmiddel tot het immateriele te komen. 

Dus ruimte om met licht de schoonheid te centraliseren 

Romaanse Gedachte goed:

"Een met goud, zilver en gebrandschilderd glas opgesmukte kerk een synagoge van Satan"

Sober

Juist geen poespas 

Geestelijkheid een model van kuisheid en eenvoud. 

Focus op geloof meer tot je zelf. Inkeer

Slide 26 - Tekstslide

2.2 Kathedraal 

Slide 27 - Tekstslide

2.2 Kathedraal 

Slide 28 - Tekstslide

2.2 Kathedralen 
  • Glas in lood 
  • Gebrand schilderde ramen
  • Vensters met oplichtende christelijke  voorstellingen 
  • Glinsterend door de hele kerk heen = schoonheid van het licht 

Slide 29 - Tekstslide

2.2 Kantwerk van steen
  • Gotiek:

  • niet defensief.
  • Maar: in een architectuur van licht badend omhoog naar God en triomferend naar de wereld reikte. 
  • Romaans: 

  • Massieve dikke pilaren, sober, kleine ramen 
  • Defensief

Slide 30 - Tekstslide

Kunst Algemeen
Cultuur van de Kerk
samenvatting 4

Slide 31 - Tekstslide

Cultuur van de kerk
2.2. Liturgie & 2.3 Bedelorde
  • Je leert wat een liturgie is en welke ontwikkeling deze heeft doorgemaakt. 
    Eredienst in de kerk. Werd voor het volk duidelijker door meerstemmigheid (polyfonie). Er werd toneelgespeeld om de bijbelteksten uit te beelden. Zoals bij het Passie Spel. Er werden kostuums en decors gemaakt.
  • Je kunt onderscheiden hoe polyfonie zich onderscheidt van gregoriaanse muziek.
    Polyfonie = meerstemmig, elke stem heeft eigen melodie maar stoppen gelijktijdig.
    Gregoriaans = 1 stemmig en op 1 noot gezongen.
  • Je kent de betekenis van de term "cantus firmus".
    Tenor zingt vaststaande langgerekte melodie. 
  • Je kunt de overeenkomsten tussen gotische architectuur en meerstemmige polyfonie benoemen.
    Beiden zijn ingewikkelder, gelaagder, meer open, bestaat uit herhaling en is mysterieus.

Slide 32 - Tekstslide

Bedelorde


- Je weet wat een bedelorde is, welke diensten ze leveren in ruil voor geld en welke drie
aspecten ze stimuleren.

Bedelorde is een religieuze orde die afhankelijk van anderen en de liefdadigheid. Leven van giften van burgers in ruil voor diensten: Onderwijs, Armenzorg, Ziekenzorg. Focus op: Wetenschap, onderzoekende houding, Kunst met levensechte uitstraling.
- Je kunt beschrijven hoe de orde van Franciscus te werk ging en met welk doel.
Franciscanen: Ze geloven in het belang van spirituele eenvoud en naastenliefde
en een eenvoudige levensstijl  



Slide 33 - Tekstslide

2.2 Liturgie 
  • Eredienst/mis
  • Van de insiders naar de normale mens
  • Steeds aantrekkelijker gemaakt 
"Alleen doormiddel van schoonheid kunnen onze armzalige geesten zich van het tijdelijk tot het eeuwige verheffen"

Abt Suger (12de euuw)

Slide 34 - Tekstslide

2.2 Liturgie
Aantrekkelijker door: 
  • De architectuur (Gothiek) 

Maar ook aantrekkelijker door:
  • Muziek
  • Meerstemmige Polyfonie 
  • Menselijke weergave 

Doel: 
  • Mensen in vervoering laten raken. 

Slide 35 - Tekstslide

2.2 Liturgie 
Polyfonische liederen: 

  • Eén stemmig karakter word los gelaten.
  • Meer melodieën tegelijker tijd 
  • "In de polyfonie volgden verschillende stemmen tegelijkertijd verschillende melodische paden"
  • Tekst overdracht minder belangrijk 
  • Vervoering 
Gregoriaanse liederen: 

  • Syllabisch gezongen
    Eéntonig 
  • Melismatisch
  • Sober
  • Focus op de tekst 

Slide 36 - Tekstslide

Liturgie 
Gotische architectuur  & Polyfonie 
  • Herhaling 
  • Ritme
  • Variatie 
  • Groots 
  • Mysterieus 
Sint-Janskathedraal ('s-Hertogenbosch)

Slide 37 - Tekstslide

2.2 Liturgie  
Theater in de kerk: 
  • Voorzichtig
  • Dialogen 
  • Voorlezen

Later:
  • Pasen
  • Kostuums & decor stukken 
  • Volkstaal 
  • Levendig & Meevoerig

Slide 38 - Tekstslide

2.3 Bedelorden 
Twee beroemde bedelorden

Franciscanen 
  • Ze geloven in het belang van spirituele eenvoud en naastenliefde
  • Eenvoudige levensstijl

Dominicanen 
  • nadruk op studie en intellectuele groei als middelen om het geloof te verdiepen
  • academische benadering van het geloof.
Leven van giften van burgers in ruil voor diensten: 
  • Onderwijs
  • Armenzorg
  • Ziekenzorg. 

Focus op:
  • Wetenschap 
  • onderzoekende houding 
  • Kunst met levensechte uitstraling.

Conclusie: 
Geloof komt dichter tot de mens.   

Slide 39 - Tekstslide

2.2 Bedelorde 
Fransiscus van Assisi
  • Franciscaan
  • Sprak het volk rechtstreeks aan
  • Volkstaal niet Latijns 
  • Kreeg na periode van afzondering, vasten en bidden. De wonden van Christus. 
  • Kon met dieren praten 
  • Wonderen maar menselijker 

Slide 40 - Tekstslide

Giotto - Dood van de heilige Fransiscus (voor 1300)

Slide 41 - Tekstslide

2.2 Giotto
Combinatie van drie scenes in één werk. 

  1. Onderaan: rouwende monniken 
  2. Midden: Begrafenis van Franciscus 
  3. Boven: Verijst Franciscus naar de hemel 

Slide 42 - Tekstslide

Onderwijs in Middeleeuwen
Tot 1100 werden er veel kloosters gebouwd maar de mensen in deze kloosters kwamen niet buiten het klooster. Vanaf 1200 ontstonden er bedeloorden zij verleende diensten aan de stad. Ze leefde van giften van burgers en daarom heten ze bedeloorden. Er werden kathedraalscholen opgericht: vrije kunsten ( artes liberales ) onder andere taal, wiskunde en muziekambachten, koken, metselen maar ook schilderen en beeldhouwen dit werd geleerd bij een meester in dit vak. Ontstaan universiteiten. Vrije kunsten stonden centraal Onderwijs was ingericht op basis van scholastiek. Scholastiek = Verbinding leer katholieke kerk en filosofen uit de klassieke oudheid Bestiaria ( manuscripten ‘echte’ dieren, mensen planten en fabeldieren en fabelmensen ) gebaseerd op onder meer klassieke en Bijbelse bronnen. 

Slide 43 - Tekstslide

Steden en Gilden
Ontwikkeling steden en gilden in de middeleeuwen. 
Steden groeiden, het middelpunt van een stad was een kerk of kathedraal deze werden gebouwd door gilden. 
Gilden = samenwerkingsverband van ambachtslieden met hetzelfde beroep. 
In Noord-Italië was het middelpunt een palazzo, hier zat het bestuur. 
Door kruistochten was er meer handel met landen in het oosten, hier profiteerde Noord-Italiaanse steden van hierdoor groeide de steden en hadden de rijke burgers het voor het zeggen. 

Slide 44 - Tekstslide

Extra info Drama in Midd.
Om de kerkdiensten begrijpelijk te houden, worden bijbelverhalen nagespeeld in de kerk. 
De bijbeltekst wordt in dialoog vorm gespeeld. In de loop van de tijd worden de voorstellingen groter en meeslepender. Er komt kritiek dat het dan alleen maar om vermaak draait en niet meer om het geloof. 
 - Mysteriespel en passiespel Door de kritiek worden de mysterie en passiespelen buiten de kerk afgespeeld. Het mysteriespel blijft dichtbij de bijbelverhalen. Het passiespel gaat bijvoorbeeld over het lijden en de dood van Christus en wordt opgevoerd met pasen. - Mirakelspelen Het mirakelspel gaat niet over een bijbelverhaal, maar over zondaars die hun leven verbeteren en over bepaalde wonderen. 

Slide 45 - Tekstslide

extra: Thomas van Aquino
Thomas van Aquino, Aquinas of Thomas Aquinas was een Italiaanse filosoof en theoloog, die tot de scholastici gerekend wordt. Hij is de meest invloedrijke systematische denker op theologisch en wijsgerig gebied uit de middeleeuwen. 
Zijn werken bleven eeuwenlang hoog aanzien genieten in de katholieke kerk.

Slide 46 - Tekstslide

SUCCES!!
Als je tot hier bent gekomen, komt het helemaal goed...
Lees het hoofdstuk en kijk nog goed naar de begrippen!

Vergeet ook niet te kijken naar de andere lessonup met de toelichting over de vormgeving en voorstelling!!

Slide 47 - Tekstslide