Taalverzorging H1: Persoonsvorm en zinsdelen deel 1

Welkom klas 1 mavo
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, chromebook, boek Nederlands en je schrift
Stap 3: Noteer in je schrift de persoonsvorm van de volgende zin: Wanneer zijn de halfuurslessen?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1 mavo
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, chromebook, boek Nederlands en je schrift
Stap 3: Noteer in je schrift de persoonsvorm van de volgende zin: Wanneer zijn de halfuurslessen?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan ik de persoonsvorm vinden op 2 manieren.
  • Aan het einde van de les kan ik een zin verdelen in zinsdelen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Herhaling vorige les: Werkwoorden
  • Uitleg grammatica zinsdelen: De persoonsvorm en zinsdelen
  • Oefenen: De persoonsvorm en zinsdeelstreepjes zetten
  • Huiswerk: Opdracht 1 en 2 online

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Hoe weet je of een werkwoord een werkwoord is?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord ZUCHTTE

Slide 6 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord BOOD

Slide 7 - Open vraag

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 8 - Open vraag

Persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Het is de vorm van de persoon.

Jan slaapt.
Jan en Aline slapen

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm
  • De zin vragend te maken.
    Het eerste woord is de persoonsvorm.
Ik mag mijn jas aantrekken. 

  • De zin in een andere tijd te zetten. 
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Jullie werken hard tijdens de les.

Slide 10 - Tekstslide

Benoem de persoonsvorm uit de zin: Ik wil een auto kopen.

Slide 11 - Open vraag

Benoem de persoonsvorm:
Hoe laat ga jij altijd naar bed?

Slide 12 - Open vraag

Zinsdeelstreepjes
  • Eerst zoek je de persoonsvorm.
  • Alles voor de persoonsvorm is één zinsdeel
  • Kijken welk woord/welke woorden er voor de persoonsvorm kunnen.
  • Zin husselen en kijken of het klopt
  • Elk zinsdeel geeft informatie

Slide 13 - Tekstslide

Verdeel de zin in zinsdeelstreepjes: Marieke heeft vanmorgen een nieuwe fiets gekocht.

Slide 14 - Open vraag

Verdeel de zin in zinsdeelstreepjes:
Sytse zou gisteravond gele curry hebben gemaakt.

Slide 15 - Open vraag

Huiswerk
Maken: Online opdracht 1 en 2.

Slide 16 - Tekstslide