Les 29 en 30

Les 29 en 30
Les 29 Hoe schrijf je bijvoeglijke naamwoorden?
Les 30 Hoe herken je het meewerkend voorwerp?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 29 en 30
Les 29 Hoe schrijf je bijvoeglijke naamwoorden?
Les 30 Hoe herken je het meewerkend voorwerp?

Slide 1 - Tekstslide

Vul de goede vorm in:
de ... regenjas (groen)

Slide 2 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
een ... werkboek (groen)

Slide 3 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
het ... stadspark (groen)

Slide 4 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
de vloer van ... (hout)

Slide 5 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
een ... werkbank (hout)

Slide 6 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
het ... standbeeld (hout)

Slide 7 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
de ... helling (scheef)

Slide 8 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
een ... schilderijtje (scheef)

Slide 9 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
het ... gebouw (scheef)

Slide 10 - Open vraag

Maak een foto van je uitwerking van opdracht 6 (les 29)

Slide 11 - Open vraag

Hij is langer ... mijn vader
A
dan
B
als

Slide 12 - Quizvraag

Mijn zus is net zo lang ... mijn moeder
A
als
B
dan

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil net zo lang worden ... mijn vader.
A
dan
B
als

Slide 14 - Quizvraag

Mijn broer is korter ... mijn vader.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Les 30 vraag 2, 6 en 7 maken

Slide 24 - Tekstslide