Beeldverhaal Film ontdekken en jouw verhaal verbeeldenDe module Beeldverhaal is gemaakt voor leerlingen van groep 3 t/m 8 van het primair onderwijs en bestaat uit zes opeenvolgende delen van vijf lessen. Deel 4 is geschikt voor leerlingen van groep 3 t/m 5. Beeldverhaal laat leerlingen spelenderwijs kennismaken met animatie als techniek. Door zelf film te maken leren leerlingen hoe ze met een combinatie van beeld en taal hun eigen werkelijkheid op een creatieve manier kunnen verbeelden en overbrengen. De lessen volgen de leerlijn (media-)kunst en filmeducatie. Een les bestaat uit een inleiding, kijkopdrachten en een maakopdracht. De maakopdrachten worden ondersteund door kort en bondige instructievideo's die klassikaal bekeken worden. Telkens staat een filmisch element of filmische techniek centraal. Aan het einde van de les of reeks hebben de leerlingen individueel of samen een korte (animatie-)film gemaakt. De lessen van Beeldverhaal stimuleren naast het beeldend vermogen ook de taalontwikkeling. Door het maken en inspreken van een verhaal in dichtvorm of het houden van een interview leren kinderen hun verhaal creatief te verwoorden.
BeeldpoëzieVorm, kleur en geluid ontdekken in film.In de lessenserie Beeldpoëzie maken de leerlingen spelenderwijs, door middel van verschillende kijk- en maak-opdrachten, kennis met bewegend beeld in combinatie met ritme, muziek, kleur, vorm, taal en het eigen lichaam. Zij krijgen verschillende voorbeelden te zien van experimentele en abstracte animaties en gaan hier ook zelf mee aan de slag. Ze leren tekenen op de maat en hoe een film opgebouwd is uit losse beelden, waar je mee kan spelen. Ook leren ze hoe je een filmverhaal maakt dat op een gedicht lijkt en hoe je scènes bedenkt. In de laatste twee lessen filmen ze een kort zelfgemaakt beeldverhaal. Samenvatting van de lessenserieLes 1: Beeldritme – Tekenen op de maatIn deze les maken de leerlingen kennis met de leerlijn Beeldverhaal. Ze krijgen een introductie in bewegend beeld, ze zien dat muziek of een ritme het beeld kan bepalen en ontdekken hoe je zelf op de maat kunt tekenen. Ze leren hoe muziek kan worden verbeeld en hoe je dit zelf kunt verbeelden. Les 2: Vorm en kleur – FlipboekjeIn deze les gaan de leerlingen een ‘flipboekje’ maken. Dit is een eenvoudige vorm van getekende animatie op losse papiertjes. Ze maken kennis met de basisvormen en basiskleuren waarmee ze een verhaal maken.Les 3: Pixilation – Zelf voor de cameraIn deze les leren de leerlingen wat pixilation is en gaan ze hier ook zelf mee aan de slag. Pixilation is een stop-motion-techniek met live acteurs. De leerlingen gaan zelf bewegen en maken gebruik van de trucage mogelijkheden in deze filmtechniek.Les 4: Filmplan – Filmverhaal maken en tekenenIn deze les speelt taal een grote rol. De leerlingen gaan een filmverhaal maken in de vorm van een gedicht en maken een begin met het verbeelden van dit filmverhaal in tekeningen.Les 5: Filmen en vertelstem - Beeld en geluid opnemenIn deze laatste les komt alles samen in een zelfgemaakte film. Ze oefenen met een vertelstem voor de voice over en gebruiken deze bij het filmen en inspreken van hun verhaal.
Wat is de bedoeling?De filmkunst van Hans Richter (1921) is de inspiratiebron voor deze les. In les 1 gaan leer je hoe belangrijk geluid is bij film, dat je op muziek of een ritme film kunt maken en hoe je zelf op de maat kunt tekenen. De maak-opdrachten gaan uit van de eigen beleving van ritme en taal van de leerling.Kijk ter voorbereiding naar het resultaat in slide 14.Uitleg maat, ritme en puls:Er is een verschil in maat en ritme. Je hartslag dat is de puls, die kun je voelen in je pols. Die gaat altijd door, is een doorgaande lijn. Je zou mee kunnen klappen met je hartslag, omdat hij meestal regelmatig is, soms iets langzamer of iets sneller. Accenten in die puls maken de maat: 1,2,3,4 1,2,3,4. Dit geeft de metronoom ook aan. De maat kan je meetellen en vormt de basis onder je muziek. Je kunt het zien als een soort beat die het nummer ondersteunt. Het ritme is de afwisseling van korte en lange noten binnen de maat. De maat is dus iets anders dan het ritme. Van kijken naar maken De leerlingen kijken eerst naar filmpjes met ritmische animatie. Daarna gaan ze zelf aan de slag. Ze maken minimaal drie tekeningen met houtskool. Deze tekeningen hebben een vergelijkbaar vorm- of lijnenspel maar ze verdelen deze vormen net iets anders op het papier. De tekeningen worden vervolgens in verschillende volgordes gefilmd (zie instructievideo in de les). Het resultaat is een zelfgemaakte ritmische animatie. Leerdoelen Leerlingen leren over filmkunst en animatie.Leerlingen leren dat er in belevingen om hun heen ritme zit.Leerlingen leren over de werking van geluid en beweging in film.Leerlingen leren gericht luisteren met behulp van een vooraf gegeven luistervraag.Aanvullende leerdoelen filmeducatieKennismaken met verschillende soorten film en filmtechnieken.Leren ervaren en verwoorden van gevoelens bij een film.Leren vertellen over personages en gebeurtenissen.