werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
We kennen twee soorten gezegdes
a. Naamwoordelijk gezegde: (ng) Als het belangrijkste werkwoord van de zin een koppelwerkwoord is, zit er in de zin een naamwoordelijk gezegde. Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit een werkwoord / werkwoorden + een naamwoordelijk deel. (zn, bn, pvn)
de koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
hulp om te onthouden: ZWoBBeLS
b. Werkwoordelijk gezegde: (wg) Het wg bestaat uit: pv + alle andere werkwoorden in de zin.
Hiervan is in de meeste gevallen sprake.