Schrijfvaardigheid 2F: De Bouwstenen van Effectief Schrijven

Schrijfvaardigheid 2F: De Bouwstenen van Effectief Schrijven

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de verschillende onderdelen van schrijfvaardigheid 2F herkennen en toepassen.

Wat weet je al over de verschillende onderdelen van schrijfvaardigheid 2F?

Wat is schrijfvaardigheid 2F?

Schrijfvaardigheid 2F is het vermogen om heldere en samenhangende teksten te schrijven op een niveau dat geschikt is voor het vmbo.

Onderdelen van schrijfvaardigheid 2F

1. Het bepalen van het doel en de doelgroep van je tekst
2. Het maken van een goede tekststructuur
3. Het gebruik van juiste spelling en grammatica
4. Het verzamelen en gebruiken van relevante informatie
5. Het schrijven van een duidelijke inleiding en conclusie

Doel en doelgroep

Bij het schrijven van een tekst is het belangrijk om te weten wie je wilt bereiken en wat je wilt bereiken.

Tekststructuur

Een goede tekststructuur zorgt ervoor dat je tekst overzichtelijk en begrijpelijk is. Denk aan een inleiding, kern en conclusie.

Spelling en grammatica

Correcte spelling en grammatica zijn essentieel voor een goede tekst. Maak gebruik van spelling- en grammaticaregels en controleer je tekst op fouten.

Relevante informatie

Om een tekst te schrijven, moet je relevante informatie verzamelen en gebruiken. Denk aan feiten, voorbeelden en argumenten.

Inleiding en conclusie

Een duidelijke inleiding trekt de aandacht van de lezer en een goede conclusie vat de tekst samen en geeft een afsluiting.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.