Je gezondheid.


Gezondheid

Startvraag:
Wanneer voel jij je gezond?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Gezondheid

Startvraag:
Wanneer voel jij je gezond?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • We zoeken het verschil tussen geestelijk, sociaal en lichamelijke ziektes. 

  • We leren en ontdekken wanneer je spreekt van een gezond persoon.

Slide 2 - Slide

Wanneer ben je gezond?
  • Je lichaam werkt goed
  •  Je voelt je geestelijk goed (wat je denkt en voelt)
  • Je voelt je sociaal goed (met je familie en vrienden)
  • Veel bewegen (sporten)
  • Je drinkt niet te veel alcohol en je rookt niet

Slide 3 - Slide

Geestelijk ziek zijn: angststoornis, depressief

Lichamelijk ziek zijn:
handicap, hoofdpijn

Sociaal ziek zijn:
weinig contact
door verlies

Slide 4 - Slide

Wat moeten we doen om onze gezondheid te behouden?
Noteer twee voorbeelden in je schrift!

Slide 5 - Slide

Pak je telefoon of laptop.
  • Ga naar:
  • www.lessonup.com 
  • Toets de code
  • Vul je eigen naam in!

Slide 6 - Slide

Welke van de onderstaande antwoorden hebben een invloed op jouw gezondheid?
A
Je leefstijl
B
Je omgeving
C
Je gedachtes en gevoelens
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quiz

Wat is de omschrijving van het begrip
'leefstijl'
A
Je kleren stijl
B
Manier van leven
C
Hoe lang je leeft
D
Dat je vaak ziek bent

Slide 8 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van ziek zijn?
A
Moe zijn
B
Gelukkig zijn
C
Ziek zijn
D
Gezond zijn

Slide 9 - Quiz

Waar staat de afkorting SOA voor?
A
Samen overwint alles
B
Seksueel overdraagbare aandoening
C
Seksueel overdraagbare organismen
D
Géén antwoord is juist

Slide 10 - Quiz

Wat is een leefstijlziekte?
A
Dat je snel dood gaat
B
Ontwikkelen van je gezondheid
C
Minder gezonde manier van leven
D
Dat je verkouden bent

Slide 11 - Quiz

Besmettelijke ziekte is
A
Corona
B
Kanker
C
Huidziekte
D
Bloedziekte

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Casus
Petra is heel erg bang om een toets te maken. Ze is depressief en dat komt door problemen thuis. Voordat ze een toets moet maken klopt haar hart sneller en vervolgens voelt ze krampen in haar benen en armen. Door haar angst, krijgt ze ook hoofdpijn. Ze blijft uit de buurt van haar vriendinnen, die wilt ze liever niet spreken. Die zullen haar banger maken dan ze al is.

Slide 14 - Slide

Casus
Hans rookt heel veel en krijgt longkanker. Hans piekert de hele tijd hierover, en denkt heel erg negatief. Af en toe heeft hij last van een paniek aanval. Door veel negatieve gedachtes is hij depressief geworden. Na zoveel stress heeft Hans ook geen zin meer in de buitenwereld en verbreekt contact met zijn vrienden en familie.

Slide 15 - Slide

Opdracht boek

  • Maak opdracht 1 t/m 6
  • Ongeveer 15 minuten tijd.
  • Daarna bespreken we het klassikaal.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Leefstijl
  • Je leefstijl is de manier van leven en alles wat je doet en kiest. Als je gezond leeft heb je minder kans op ziekten.
  • Bijv. : longkanker, slechte tanden of hart en vaat ziekten.
  • Gevolgen ontstaan na een lange tijd.

Slide 18 - Slide

Lesdoelen behaald?
  • Wanneer spreek je van een gezond persoon? Noem drie factoren.

  • Het verschil kunnen uitleggen tussen geestelijk, sociaal en lichamelijk ziek zijn.

Slide 19 - Slide

Volgende week
  • Start thema 1: gezondheid en ziekte + infectieziekten
Lokaal 2.09

Vergeet je laptop niet! En je werkboek 2A.

Plenda: lees thema 1 een keer door, houd de aankomende week bij hoe gezond je bent. Maken opdracht 1 t/m 6.

Slide 20 - Slide