H2-6 oefentoets

Oefentoets
Maak deze oefentoets. Je hebt 45 minuten de tijd. 
Zo kun je testen hoe goed je nu al scoort en kun je zien wat je nog extra moet oefenen voor de echte toets. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets
Maak deze oefentoets. Je hebt 45 minuten de tijd. 
Zo kun je testen hoe goed je nu al scoort en kun je zien wat je nog extra moet oefenen voor de echte toets. 

Slide 1 - Slide

oefentoets
wat
maak 5 oefen toetsvragen
wie
groepjes van 2
hoe
1. maak de opgave alleen
2. overleg wat is het juiste antwoord
3. vul het antwoord in
tijd
5 minuten per opgave
nodig
rekenmachine, pen  + papier

Slide 2 - Slide

Wat is het marktaandeel in afzet en omzet van de firma Klop
(afgerond op hele getallen)
totale markt
Firma Klop
prijs
125
130
afzet
2.000.000
180.000
A
afzet 10%, omzet 12%
B
8%, omzet 10%
C
afzet 9%, omzet 9%
D
7%, omzet 8%

Slide 3 - Quiz

I: afschrijvingskosten zijn variabele kosten
II: onderhoudskosten zijn altijd constante kosten
A
beiden zijn juist
B
beiden zijn onjuist
C
I: juist, II: onjuist
D
I: onjuist, II: juist

Slide 4 - Quiz

aanschafprijs machine: 900.000 euro
afschrijvingen per jaar: 150.000 euro
restwaarde: 150.000 euro
Wat is de economische levensduur?
A
6 jaar
B
7 jaar
C
5 jaar
D
8 jaar

Slide 5 - Quiz

Prijs (P) = 500
Gemiddelde variabele kosten (GVK) = 350 euro
Constante kosten = 30.000 euro
Wat is de break-even omzet in euro's?
A
200
B
100.000
C
500
D
1000.0000

Slide 6 - Quiz

Totale opbrengst (TO) = 60Q
Totale kosten (TK) = 40Q + 200.000
Bij welke omzet is de winst 250.000 euro?
A
45.000
B
22.500
C
2.250.000
D
1.350.000

Slide 7 - Quiz

productiecapaciteit = 50.000, prijs = 4 euro
Hoeveel zijn de constante kosten?
A
70.000
B
80.000
C
90.000
D
100.000

Slide 8 - Quiz

productiecapaciteit = 50.000, prijs = 5 euro, afzet = 35.000

Hoeveel is de winst?
A
180.000
B
250.000
C
175.000
D
35.000

Slide 9 - Quiz


A
Marginale opbrengst is 525 euro
B
Marginale opbrengst is 550 euro
C
Marginale opbrengst is 175 euro

Slide 10 - Quiz


A
Maximale winst is 8360 euro
B
Maximale winst is 3680 euro
C
Maximale winst is 12.412 euro
D
Maximale winst is 9670 euro

Slide 11 - Quiz

Aanschafprijs machine: 400.000, afschrijven in 5 jaar. Loonkosten: 20.000 vast. Productie en afzet: 20.000. Prijs: 23 euro. Materiaalkosten: 14 euro.
Wat is de winst?
A
70.000
B
80.000
C
460.000
D
100.000

Slide 12 - Quiz

constante kosten = 150.000, productie (q) = 25.000
TVK bij productie van 25.000 stuks: 350.000 euro grondstoffen + 200.000 directe loonkosten.
Prijs = 35 euro. Maximale capaciteit = 30.000 stuks.
A
GVK = 23 euro
B
GVK = 24 euro
C
GVK = 22 euro
D
GVK = 25 euro

Slide 13 - Quiz

constante kosten = 150.000, productie (q) = 25.000
TVK bij productie van 25.000 stuks: 350.000 euro grondstoffen + 200.000 directe loonkosten.
Prijs = 35 euro. Maximale capaciteit = 30.000 stuks.
A
TK bij 20.000 stuks = 590.000 euro
B
TK bij 20.000 stuks = 580.000 euro
C
TK bij 20.000 stuks = 570.000
D
TK bij 20.000 stuks = 600.000 euro

Slide 14 - Quiz

constante kosten = 150.000, productie (q) = 25.000
TVK bij productie van 25.000 stuks: 350.000 euro grondstoffen + 200.000 directe loonkosten.
Prijs = 35 euro. Maximale capaciteit = 30.000 stuks.
A
TW bij 20.000 stuks = 105.000 euro
B
TK bij 20.000 stuks = 120.000 euro
C
TK bij 20.000 stuks = 100.000
D
TK bij 20.000 stuks = 110.000 euro

Slide 15 - Quiz

constante kosten = 150.000, productie (q) = 25.000
TVK bij productie van 25.000 stuks: 350.000 euro grondstoffen + 200.000 directe loonkosten.
Prijs = 35 euro. Maximale capaciteit = 30.000 stuks.
A
BEA = 11.542
B
BEA = 11.541
C
BEA = 11.537
D
BEA = 11.539

Slide 16 - Quiz

constante kosten = 150.000
TVK bij productie van 25.000 stuks: 350.000 euro grondstoffen + 200.000 directe loonkosten.
Prijs = 35 euro. Maximale capaciteit = 30.000 stuks.
A
max winst = 240.000
B
max winst = 390.000
C
max winst = 380.000
D
max winst = 370.000

Slide 17 - Quiz