gelijknamige breuken optellen en aftrekken

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Wiskunde

&

Nederlands






1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Wiskunde

&

Nederlands






Slide 1 - Slide

Verwachtingen
Je hebt een potlood en geodriehoek bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:
- Luister je stil naar de instructie
- Werken we netjes en serieus
- Hebben we respect voor elkaar
- Mag je vragen stellen en fouten maken

Slide 2 - Slide

Check in
- Wie is er wel en wie niet
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen 
- Wat gaan we doen?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Breuken vereenvoudigen
Op je wisbordje:
3/6

2/8

2/10

3/9

Slide 5 - Slide

Ik kan breuken optellen en aftrekken

Slide 6 - Slide

Breuken optellen en aftrekken

Slide 7 - Slide

Breuken optellen

Slide 8 - Slide

Breuken optellen

Slide 9 - Slide

Breuken afrekken

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Stappenplan gelijknamige  breuk optellen en aftrekken


Stap 1: Kijk of de beide noemers hetzelfde zijn

Stap 2: Moet je optellen of aftrekken?

Stap 3: Tel de tellers bij elkaar op. De noemer blijft hetzelfde.

Slide 12 - Slide

Even oefenen:
3/8+ 2/8=

1/4+2/4=

2/6+3/6=


Slide 13 - Slide

Maken:
Pagina 108 opdracht 14
pagina 109 opdracht 15
pagina 110 opdracht 16 en 17

Slide 14 - Slide

Lezen

Slide 15 - Slide

Leerdoel
De persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen. 

Slide 16 - Slide

ik vorm+te(n)
ik vorm+de(n)
koken
ik vorm: kook
roeren
ik roer
enkelvoud
kookte
roerde
meervoud
kookten
roerden

Slide 17 - Slide

ik vorm+te(n)
ik vorm+de(n)
antwoorden
ik vorm: ik antwoord
printen
ik vorm: ik print
enkelvoud
meervoud

Slide 18 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
Een sterk werkwoord verandert in de verleden tijd van klank:

kijken
schrikken 
enkelvoud
keek
schrok
meervoud
keken
schrokken

Slide 19 - Slide

Maken: 
bladzijde 230: opdracht 1
bladzijde 231:  opdracht 2
                              opdracht 3 
                              opdracht 4

Slide 20 - Slide