GMK P3.1 - Les 2 Oncolytica

1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is een synoniem voor chemotherapie?
A
Cytostatica
B
Hormoontherapie
C
Immuuntherapie
D
Targeted therapie

Slide 9 - Quiz

Wat is het grootste nadeel van chemotherapie?
A
Niet specifiek
B
Intraveneus toedienen
C
Bijwerking haaruitval
D
Duurt lang

Slide 10 - Quiz

Waarom wordt chemotherapie in kuren gegeven?
A
Beste effect
B
Lichaam moet zich tussendoor herstellen
C
Lange halfwaardetijd, dus eigenlijk continu
D
Organisatorisch beter te plannen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke soort behandeling zal vooral worden gebruikt bij kanker in geslachtsorganen?
A
Cytostatica
B
Hormoontherapie
C
Immuuntherapie
D
Targeted therapie

Slide 16 - Quiz

Waarom wordt bij Zoladex (LHRH-agonist) in het begin ook bicalutamide (androgeenblokker) gegeven?
A
Beter effect Zoladex
B
Beter effect Bicalutamide
C
Minder bijwerkingen
D
Minder interacties

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welke soort behandeling 'herkent' tumorcellen en is daardoor vrij specifiek?
A
Cytostatica
B
Hormoontherapie
C
Immuuntherapie
D
Targeted therapie

Slide 20 - Quiz

Waar herken je de 'targeted' therapie aan?
De naam eindigt op ..
A
-mab
B
-nib
C
-prost
D
-zumab

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Welke soort behandeling maakt gebruik van het afweersysteem?
A
Cytostatica
B
Hormoontherapie
C
Immuuntherapie
D
Targeted therapie

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Bij welke soort behandeling wordt veel gebruikt gemaakt van bloedgroeifactoren?
A
Chemotherapie
B
Hormoontherapie
C
Immuuntherapie
D
Targeted therapie

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide