Toptaal A1A2 28 april


wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling woorden van thema 12
- vraagzinnen
- inversie

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling woorden van thema 12
- vraagzinnen
- inversie

Slide 1 - Slide

We spelen een ..................... mens-erger-je-niet met elkaar.
A
knutselen
B
spelletje
C
tekenen
D
verschillend

Slide 2 - Quiz

Katja wil ...................... naar de kermis.
A
dolgraag
B
fantastisch
C
langdurig
D
nuttig

Slide 3 - Quiz

De bejaarden maken een ..................... naar de Keukenhof.
A
verzorger
B
moeite
C
uitstapje
D
sfeer

Slide 4 - Quiz

Je moet je ...................... bij de ....................
A
kosten, begin
B
opgeven, administratie
C
afhalen, papieren
D
trakteren, nieuwsbrief

Slide 5 - Quiz

Doe je pennen en potloden in je ......................
A
pakken
B
etui
C
regelen
D
wekker

Slide 6 - Quiz

.................... nou eens .................! We komen te laat.
A
Op, schieten
B
Brood, trommel
C
Schiet, op
D
Blijft, over

Slide 7 - Quiz

De docent zegt dat het vak Nederlands van groot ...................... is.
A
belang
B
stagiaire
C
versie
D
leerkracht

Slide 8 - Quiz

De gevolgen van griep kunnen .......................... zijn.
A
trots
B
langdurig
C
enig
D
daarom

Slide 9 - Quiz

Heb je al een .................... gekocht voor het concert van Ibrahim Malouf?
A
spelletje
B
kaartje
C
activiteit
D
moeite

Slide 10 - Quiz

De kinderen ...................... naar school .................... als de pauze voorbij is.
A
terug, komt
B
komen, terug
C
over, blijven
D
blijft, over

Slide 11 - Quiz

De militairen dragen een groen ......................
A
prestatie
B
hetzelfde
C
gezicht
D
uniform

Slide 12 - Quiz

Dilia voelt zich weer heerlijk schoon, nu ze heeft ....................
A
douch
B
douchde
C
gedoucht
D
douchte

Slide 13 - Quiz

Mijn dochter heeft vandaag ...................., daarom .................... ik haar gymschoenen ........................
A
activiteit, afscheid, mee
B
klassenouder, mee, geeft
C
fantastisch, dolgraag, verzorger
D
sportdag, geef, mee

Slide 14 - Quiz

Schrijf op:

Slide 15 - Open question

Schrijf op:

Slide 16 - Open question

Schrijf op:

Slide 17 - Open question

Schrijf op:

Slide 18 - Open question

Schrijf op:

Slide 19 - Open question

Schrijf op:

Slide 20 - Open question

Schrijf op:

Slide 21 - Open question

Schrijf op:

Slide 22 - Open question

Schrijf op:

Slide 23 - Open question

Schrijf op:

Slide 24 - Open question

Schrijf op:

Slide 25 - Open question

Onregelmatige werkwoorden in de voltooide tijd

Slide 26 - Slide

Je hebt de brief ............
A
geschrefen
B
geschrijfd
C
geschreeft
D
geschreven

Slide 27 - Quiz

Hebben jullie Sinterklaas .......................?
A
gezagen
B
gezien
C
geziet
D
gezagr

Slide 28 - Quiz

Vera heeft een mooie jas .....................
A
gekocht
B
gekoocht
C
gekoopt
D
gekoopd

Slide 29 - Quiz

We hebben hard ................... om die grap!
A
gelachen
B
gelacht
C
gelagen
D
gelachten

Slide 30 - Quiz

Heb jij wel eens pastinaak ...................?
A
geten
B
geweten
C
gegeten
D
geaten

Slide 31 - Quiz

De directeur ..................... een uur .................... (spreken)
A
hebt, gesproken
B
heeft, gesprookt
C
hebt gespreken
D
heeft gesproken

Slide 32 - Quiz

De kinderen ...................... niet veel cola ...................... (drinken)
A
heeft gedrinkt
B
heeft gedronkt
C
hebben gedronken
D
hebben gedronkt

Slide 33 - Quiz

Daar .................. de politici nooit over ...................... (denken)
A
heeft gedenkt
B
hebben gedacht
C
hebben gedenkt
D
heeft gedacht

Slide 34 - Quiz

Wanneer ..................... jullie naar Wenen ....................? (zijn)
A
zijn geweest
B
hebben geweest
C
zijn gebent
D
hebben gebent

Slide 35 - Quiz