week 36: grammatica les E+F

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

Deze les

Je oefent met het werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde 

1. Stillezen

2. Wat weet je al?

3. Uitleg grammatica WG + NG 

4. les afsluiten 

Welkom!

Stillezen

Pak je leesboek en ga stillezen 

Wat weet je al?

1. Ga naar bladzijde 102 in je oefenboek

2. Maak opdracht 2, 3 en 4 

Werkwoordelijk gezegde

= doen 

Alle werkwoorden in een zin. Soms komen daar nog wat woorden bij. 

Voorbeeld

Gisteren heb ik de fiets gepakt om op school te komen.

Gisteren heb ik de fiets gepakt om op school te komen.

Naamwoordelijk gezegde

= zijn

Heeft een naamwoordelijk deel en een werkwoordelijk deel. Het naamwoordelijk gezegde is dus meer dan alle werkwoorden in de zin! 

Voorbeeld

Tobias is de beste schaker van het JFC

Tobias [is] [de beste schaker van het JFC]

Ga naar blz. 144 in je handboek

1. Schema's zijn er om je te helpen

2. Loop een schema stap voor stap door

Dat gaan we nu samen doen - maak aantekeningen! 

Volgende les

Neem je mee:

Lesboeken (kern), schrift en laptop

Gaan we aan de slag met:

opdrachten

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

Deze les

Leer hoe hoe jeugdliteratuur zich heeft ontwikkeld en hoe verhaalpersonages per tijdsperiode verschillen. 

1. Stillezen

2. korte herhaling uitleg

3. werken aan je weektaak 

Aan de slag 

1. Pak je werkboek blz. 103: wg + ng

3. Maak opdrachten: 5 t/m 11

4. Je werkt de eerste 10 minuten in stilte. 

5. Klaar? Kijk na 

Volgende les

Neem je mee:

Lesboeken (kern), schrift en laptop

Gaan we aan de slag met:

herhaling + nieuw onderwerp

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

Deze les

Je oefent met werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

1. Stillezen

2. korte quiz 

3. uitleg nieuw onderwerp / voorwerpen

4. opdrachten

Welkom!

Stillezen

Pak je leesboek en ga stillezen 

Mijn oom is de beste pizzabakker van Nederland!

WG

NG

Op 18 september gaan Daan en Marieke trouwen

WG

NG

Wij zijn getrouwd.

WG

NG

Caroline schijnt de directeur van het museum te zijn

WG

NG

De nieuwe directeur zal ongetwijfeld enkele werknemers willen vervangen

WG

NG

TWEE SOORTEN ZINNEN

= DOEN (actie) 

> werkwoordelijk gezegde

> alle ww in de zin + soms wat extra's 

 = ZIJN (eigenschap) 

> naamwoordelijk gezegde

> werkwoordelijk deel (alle ww) + naamwoordelijk deel (eigenschap) 

Koppelwerkwoord

Een naamwoordelijk gezegde heeft een speciaal werkwoord: koppelwerkwoord

Dat werkwoord koppelt de 'eigenschap' aan het 'onderwerp'.

Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen

Je kunt ze allemaal vervangen door het woordje 'zijn'. Eigenlijk is het koppelwerkwoord een soort =-teken.

Onze docente bleek onvervangbaar // Onze docente = onvervangbaar

De chauffeur werd ongeduldig // De chauffeur = ongeduldig

Hij schijnt lang te zijn // Hij = lang 

Koppelwerkwoord

Aan de slag: weektaak

1. Pak je werkboek blz. 103: wg + ng

3. Maak opdrachten: 5 t/m 11

4. Je werkt de eerste 10 minuten in stilte. 

5. Klaar? Kijk na (we gaan een deel bespreken)

Voorwerpen: wat weet je al?

Gezamenlijk maken we opdracht 1 t/m 4 

Volgende les

Neem je mee:

Lesboeken (kern), schrift en laptop

Gaan we aan de slag met:

werken aan je weektaak grammatica E

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen

Deze les

Je leert hoe je voorwerpen in een zin beredeneert

1. Stillezen

2. werken aan je weektaak: grammatica E 

3. ruimte om vragen te stellen 

Welkom!

Stillezen

Pak je leesboek en ga stillezen 

Aan de slag: weektaak

1. Pak je werkboek blz. 103: wg + ng

3. Maak opdrachten: 5 t/m 11

4. Je werkt de eerste 5 minuten in stilte. 

5. Klaar? Kijk na via It's Learning? 

Ook klaar met nakijken? Je kunt de Drillster oefeningen maken in de online methode. Of oefen extra en ga naar www.cambiumned.nl en maak oefeningen

over werkwoordelijk & naamwoordelijk gezegde 

Volgende les

Neem je mee:

Lesboeken (kern), schrift en laptop

Gaan we aan de slag met:

grammatica: les F voorwerpen

Welkom!

Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen

Deze week

Maandag: uitleg nieuwe theorie: voorwerpen + mv + lv

Donderdag: vervolg uitleg + aan de slag

Vrijdag: werken aan je weektaak 

Deze les

Je leert hoe je voorwerpen in de zin herkent

1. Stillezen

2. uitleg nieuw onderwerp / voorwerpen 

3. afsluiten les

Welkom!

Stillezen

Pak je leesboek en ga stillezen 

Voorwerpen: wat weet je al?

Gezamenlijk maken we opdracht 1 t/m 4 

Voorwerpen

gezegde (ng/wg)

IETS of IEMAND > voorwerpen

geven

IEMAND (ow) geeft (pv) IETS (lv) aan IEMAND (mv) 

zwemmen

IEMAND (ow) zwemt (pv) .....X ..... X ......

Handboek pagina: 148

Lijdend voorwerp = vaak een ding 

Meewerkend voorwerp = is vaak een persoon 

+ je kan er aan of voor voorzetten (soms staat dat er al) 

Weektaak F + G! 

1. Pak je werkboek blz. 104

LES F:

Maak opdrachten: 5 t/m 12 (alle opdrachten dus!) 

LES G:

Maak opdrachten:  5, 6, 7, 8, 9 

Vandaag geleerd

Welke functie voorwerpen in een zin hebben. 

Volgende les kijken we specifiek naar:

1. lijdend voorwerp

2. meewerkend voorwerp