14.3 tm 14.5

14.3 tm 14.5
Je kan toepassen: animale en autonome zenuwstelsel, orthosympatisch en parasympatisch zenuwstelsel, centraal en perifeer zenuwstelsel, hersenen, ruggenmerg, grote hersenen, hersenschors, kleine hersenen, hersenstam, sensorische schors, motorische schors, primaire schors, secundaire schors
cellichaam, dendriet, axon, ionentransport, ladingsverschil, natriumkanalen, impuls, myelineschede, cellen van Schwann, insnoering, sprongsgewijze geleiding, reactiesnelheid, synaps, stimulerende/ remmende neurotransmitter, receptoren, pijnreceptor, motorische eindplaatje, reflex, reflexboog
hormoon, endo/exocriene klier, receptoreiwitten, doelwitorgaan, negatieve terugkoppeling, neurohormonen, positieve terugkoppeling, homeostase bloedsuiker, homeostase waterbalans
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 39 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

14.3 tm 14.5
Je kan toepassen: animale en autonome zenuwstelsel, orthosympatisch en parasympatisch zenuwstelsel, centraal en perifeer zenuwstelsel, hersenen, ruggenmerg, grote hersenen, hersenschors, kleine hersenen, hersenstam, sensorische schors, motorische schors, primaire schors, secundaire schors
cellichaam, dendriet, axon, ionentransport, ladingsverschil, natriumkanalen, impuls, myelineschede, cellen van Schwann, insnoering, sprongsgewijze geleiding, reactiesnelheid, synaps, stimulerende/ remmende neurotransmitter, receptoren, pijnreceptor, motorische eindplaatje, reflex, reflexboog
hormoon, endo/exocriene klier, receptoreiwitten, doelwitorgaan, negatieve terugkoppeling, neurohormonen, positieve terugkoppeling, homeostase bloedsuiker, homeostase waterbalans

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen, 
gebundeld in zenuwen, die 
zintuigen verbinden met het CZS en
het CZS met spieren en klieren.

Zenuw= bundel zenuwceluitlopers


Slide 3 - Slide

Animaal zenuwstelsel  (bewust)
Ontvangt informatie van de zintuigen, verwerkt en koppelt op de juist manier aan je spieren
.
Grote betrokkenheid van de cortex/ grote hersenen.

Aansturing skeletspieren.

Slide 4 - Slide

Autonoom zenuwstelsel (onbewust)
Alle zaken die je zenuwstelsel regelt zonder dat je je hier bewust van bent: beïnvloeding van organen als darmen, hart, longen.
Grote betrokkenheid hypothalamus, hersenstam. (o.a. reflexboog)
Aansturing gladde spieren.
 
Bestaat uit twee delen:
-Orthosympatisch zenuwstelsel: actie

-Parasympatisch zenuwstelsel: rust en herstel


Slide 5 - Slide

Organen gekoppeld via de grensstrengen.
Orthosympatisch zenuwstelsel

Slide 6 - Slide

Organen gekoppeld via zwervende zenuw.
Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 7 - Slide

Anatomie hersenen + functies
BINAS 88C1

Slide 8 - Slide

Anatomie grote hersenen 
  • Twee helften
  • Schors en merg 
schors

merg

Slide 9 - Slide

Kleine hersenen
Coördinatie
bewegingen.
Werkt dus samen 
met de primaire en
secundaire 
motorische schors.

Slide 10 - Slide

Hersenstam
Coördineert allerlei 
lichamelijke
basisfuncties.


Slide 11 - Slide

Ruggenmerg
Verbinding tussen hersenen
en de rest van het lichaam.
Zintuiginformatie van lichaam
naar hersenen.
Bewegingsinformatie van hersenen
naar spieren/ klieren.

Slide 12 - Slide

Neuronen
Myelineschede: isolerende laag rondom uitlopers (dendrieten of axonen)


Slide 13 - Slide

Cellen van Schwann
Vormen de myelineschede om de lange uitlopers van neuronen.



Slide 14 - Slide

14.4

Slide 15 - Slide

Neuronen
Myelineschede: isolerende laag rondom uitlopers (dendrieten of axonen)


Slide 16 - Slide

Sensorisch neuron

Slide 17 - Slide

Schakelneuron

Slide 18 - Slide

Motorisch neuron

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Sprongsgewijze geleiding

Slide 22 - Slide

Neuronen
Synaps: plaats waar neuronen signalen aan elkaar doorgeven



Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Reflex

Slide 25 - Slide

14.5

Slide 26 - Slide

Zenuwstelsel

Electrische impulsen
Door zenuwcellen
Heel snel

Hormoonstelsel

Signaalstoffen
Via het bloed
Langzaam

Slide 27 - Slide

hormonen (binas 89A)
Signaalmoleculen, die worden aangemaakt door klieren zonder afvoerbuis, afgegeven aan en getransporteerd via het bloed, die elders in het lichaam, bij een doelwitorgaan een effect hebben
Hormonen komen via de bloedsomloop overal in het lichaam maar hebben alleen bij het doelwitorgaan een effect.
 

Slide 28 - Slide

Waarom reageren alleen de doelwitorganen?
Receptoren!

Slide 29 - Slide

Klieren
Hormoonklieren zijn endocrien. Dwz dat het product van de kliercellen aan het bloed wordt afgegeven.

Endo=binnen

bv testis, bijnieren, schildklier

Slide 30 - Slide

Sommige andere klieren zijn exocrien. Dwz dat het product van de kliercellen aan het uitwendige milieu wordt afgegeven (afvoerbuis).

Exo=buiten

bv zweetklieren, traanklieren, maagsapklieren

Slide 31 - Slide

Centrale aansturing van hormonen binas 89C

Slide 32 - Slide

Negatieve terugkoppeling
De meeste hormonen werken met een negatieve terugkoppeling.
Ze remmen hun eigen aanmaak waardoor een effect niet steeds sterker wordt.

Terug naar de norm

Slide 33 - Slide

Voorbeeld
Thyroxine verhoogt de
stofwisselingssnelheid
in doelwitorganen

Slide 34 - Slide

Hormoon oxytocine heeft een positieve terugkoppeling.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Adrenaline: stresshormoon, wordt aangemaakt door de bijnieren (die BINAS 89A).
Zorgt voor extra afbraak glycogeen door de lever: extra glucose beschikbaar in het bloed voor vechten of vluchten.

Slide 37 - Slide

waterbalance  (homeostase) (binas 85C en D)
Waterkanalen zorgen voor terugstromen water in het bloed.

Hormoongereguleerd
ADH (hypofyse) zorgt voor toename van het aantal waterkanalen in de celmembranen van de cellen in het verzamelbuisje (zie BINAS 89)

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide