les 6 woordenschat

Woordenschat
Voorbeelden van onbekende woorden vinden - Les 3
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordenschat
Voorbeelden van onbekende woorden vinden - Les 3

Slide 1 - Slide

Programma
1. Herhaling woordenschat - voorbeelden van onbekende woorden  vinden.
2. Starten H3 Taalverzorging, grammatica
3. Aan de slag 
4. Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Bekijk je gemaakte opdrachten. Van hoofdstuk 3 woordenschat. 

Slide 3 - Slide

Wat was jouw antwoord bij opdracht 9? 

Slide 4 - Slide

Dan kijken we nu samen de opdrachten na.
Opdracht 3, 4 en 6. 

Slide 5 - Slide

Vergeet geen vragen te stellen!

Slide 6 - Slide

Door naar woordenschat
Je leert het onderwerp van een zin vinden.

Slide 7 - Slide

Maak de startopdracht 
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Bijna elke zin heeft een onderwerp (ow). Het onderwerp en de persoonsvorm (pv) horen bij elkaar. Ze moeten allebei enkelvoud zijn of allebei meervoud. 

Slide 9 - Slide

Zo vind je het onderwerp
1 Zoek de persoonsvorm.
2 Vraag: wie of wat + persoonsvorm?
Het antwoord op die vraag is het onderwerp. 

Slide 10 - Slide

Bijvoorbeeld:
– Isa loopt naar het wokrestaurant.
1 pv = loopt
2 wie of wat loopt? ow = Isa
– Wij lopen naar het wokrestaurant.
1 pv = lopen
2 wie of wat lopen? ow = Wij 

Slide 11 - Slide

Heeft er iemand nog een goede tip, of een vraag?

Slide 12 - Slide