13.2 ademhaling HAVO 3 2024

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
- Het 'Biologische momentje' van de dag
- Leerdoelen
- Uitleg 13.2
- Schedelopdracht of microscopie
- Werken aan HW-opdrachten 13.2

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen: 
  • De leerling kan de processen diffusie en osmose benoemen en toepassen.
  • De leerling kan het verschil uitleggen tussen een actief en een passief transport.
  • De leerling kan de diverse manieren van ademhalen beschrijven van verschillende organismen.
  • De leerling kan uitleggen hoe een insect kan ademen (stigmata en tracheeën) en deze onderdelen benoemen in een afbeelding.
  • De leerling kan uitleggen hoe vissen ademen.
  • De leerling kan de onderdelen van een kieuw benoemen en de functie van de onderdelen uitleggen. De leerlingen kan uitleggen waarom een vis met zijn bek moet bewegen.
  • De leerling kan het tegenstroomprincipe uitleggen en toepassen (in een nieuwe situatie op de toets).
  • De leerling kan uitleggen hoe de plant diffusie gebruikt voor gaswisseling en uiteindelijk voor fotosynthese.
  • De leerling kan aangeven waarom huidmondjes zich met name aan de onderkant van het blad bevinden (afhankelijk van de soort plant). 














Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe denken jullie dat insecten ademhalen?
A
Door hun mond en longen
B
Door hun mond en kieuwen
C
Door hun achterlijf
D
Geen van de bovenstaande antwoorden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

spieren
trachee
stigma

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

In het achterlijf van een bij komen stigma voor. Door samentrekking van spieren wordt het achterlijf korter.

1. Wordt door deze samentrekking de druk in het ademhalingsstelsel hoger of lager?
2. En vindt er in- of uitademing plaats
A
druk wordt hoger, er vindt inademing plaats
B
druk wordt hoger, er vindt uitademing plaats
C
druk wordt lager, er vindt inademing plaats
D
druk wordt lager, er vindt uitademing plaats.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn kieuwen?
A
Delen van een vis waar gaswisseling plaatsvindt
B
Delen van een vis waar koolstofdioxide wordt opgenomen en geen zuurstof wordt afgegeven
C
Delen van een vis waar alleen zuurstof wordt opgenomen en geen koolstofdioxide wordt afgegeven
D
Delen van een vis waar water wordt afgegeven

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

In de kieuwen van een vis vindt gaswisseling plaats door diffusie. Welke uitspraak
over diffusie is juist?

A
Bij diffusie stroomt zuurstof van een lage naar een hoge concentratie.
B
Bij diffusie stroomt zuurstof van een hoge naar een lage concentratie.
C
Bij diffusie stroomt zuurstof van het bloed in de kieuw naar het water.
D
Diffusie vindt plaats in de kieuwboog.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komt koolstofdioxide de plant in?
A
Uit de lucht via de wortels en stengel.
B
Uit de lucht via een huidmondje.
C
Uit de grond via een huidmondje en stengel.
D
Uit de grond via de wortels en stengel.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bij het wijn maken vergeet ik de fles af te sluiten.

Welk proces vindt hierdoor plaats in de gistcellen?
A
melkzuurgisting
B
alcoholische gisting
C
verbranding
D
gisten

Slide 22 - Quiz

Verbranding, want de andere processen vinden alleen plaats bij tekort aan zuurstof. Hier is de fles open, dus er is zuurstof en dan levert verbranding de meeste energie
glucose + zuurstof ----> water+koolstofdioxide+ ENERGIE
Einde van deze les
Nog vragen?
- Schedelopdracht of microscopie
- Tijd over?
Zelfstandig werken (online) aan opdrachten paragraaf 13.2

Slide 23 - Slide

This item has no instructions